En in de toekomst?
In de toekomst zal nog altijd de fictieve massa gehanteerd worden voor de bepaling van de nalatenschap. Maar de waarde van de schenkingen die in de fictieve massa moeten worden opgenomen, zal in principe bepaald worden op de dag van de schenking (geïndexeerd tot aan de dag van het overlijden), en niet meer op de dag van het overlijden van de erflater. De begiftigde die "te veel" ontvangen heeft, zal niet meer verplicht worden het goed zelf af te staan aan de benadeelde erfgenaam, wel de waarde van wat deze te weinig gekregen heeft.
De vordering tot inkorting ten aanzien van een gift toegekend aan een erfgenaam mag in principe tot 30 jaar na het overlijden van de erflater gebeuren! Deze termijn blijft in de toekomst ook zo als men niet tot een akkoord komt, maar raakt de vereffeningverdeling wel rond, dan moet de inkorting ten laatste ingesteld worden op de dag van de afronding. Ten aanzien van een gift toegekend aan een begiftigde die geen erfgenaam is, is er in principe verjaring na twee jaar, te rekenen vanaf de afsluiting van de vereffeningverdeling van de nalatenschap. Maar de begiftigde kan op elk ogenblik de wettelijke erfgenamen aanmanen om een standpunt in te nemen over het principe van de inkorting. De erfgenamen krijgen dan een jaar om te reageren. Melden zij dat zij hun recht op inkorting willen uitoefenen, dan hebben zij vier jaar om dit te doen.