3 manieren om meer uit je vennootschap te halen

Wil je als zelfstandige, naast je loon, meer middelen uit je vennootschap halen, dan kan je een dividend laten uitkeren. Je kan ook kiezen voor de opbouw van een aanvullend pensioen of voor de aanleg van een liquidatiereserve. Wat is het voordeligst?

gettyimages-702545303.jpg
In dit artikel

    1. Spaar een aanvullend pensioen bijeen via VAPZ of IPT

    Dat je als zelfstandige maar beter zelf spaart voor een financieel zorgeloze oude dag, is bekend. Je kan kiezen voor een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) of voor een Individuele Pensioentoezegging (IPT). Bij een VAPZ stort je doorgaans zelf de bijdragen (het kan ook door de vennootschap, maar dan moet er een voordeel van alle aard aangegeven worden), bij een IPT is het de vennootschap die de premies stort. Je bent in beide gevallen wel zelf de begunstigde.

    Interessant is dat zowel het VAPZ als de IPT fiscaal zeer voordelig zijn. Via een VAPZ betaal je minder sociale bijdragen en minder belastingen, terwijl een IPT ook premies kan storten voor de fiscale ruimte die je nog hebt voor de voorbije tien jaar (ook backservice genoemd). Het feit dat je de premies bij een IPT niet zelf moet storten, is natuurlijk ook belangrijk. Bovendien kan de vennootschap de gestorte premie voor een IPT integraal fiscaal aftrekken, als de 80%-regel gerespecteerd wordt en je een regelmatige bezoldiging ontvangt.

     

    2. Via dividenden

    Een dividend uitkeren is  een eenvoudige manier om geld uit de vennootschap te halen. Vandaag bedraagt de roerende voorheffing op het merendeel van de dividenden maar liefst 30%. Dat weegt dus zwaar door. In bepaalde gevallen is er wel nog een tarief van 15% mogelijk. Bovendien is het dividend zelf uiteraard niet fiscaal aftrekbaar.

     

    3. Via de aanleg van een liquidatiereserve

    Kleinere vennootschappen kunnen (een gedeelte van) hun winst na belasting gebruiken om een liquidatiereserve aan te leggen. Er wordt dan wel een anticipatieve heffing van 10% toegepast, maar bij de latere vereffening van de liquidatiereserve is er een lagere roerende voorheffing verschuldigd. Concreet bedraagt die roerende voorheffing 5% als er minstens 5 jaar gewacht wordt met de uitkering van de liquidatiereserve. Keer je de liquidatiereserve uit vooraleer de termijn van 5 jaar verstreken is, dan bedraagt de roerende voorheffing 17 of 20%. Net als bij dividenden is de liquidatiereserve uiteraard evenmin fiscaal aftrekbaar.

     

    Conclusie

    De hoge roerende voorheffing op een dividend maakt dat de opbouw van een aanvullend pensioen via een individuele pensioentoezegging jou als bedrijfsleider netto veel meer zal opleveren dan een hoger dividend. Een liquidatiereserve kan soms ook een interessante piste zijn, al is het aan je boekhouder om dit te berekenen. Wel is het zo dat een aanvullend pensioen pas op latere leeftijd naar je privékant komt. Je aanvullend pensioenkapitaal krijg je maar als je met wettelijk pensioen gaat of voldoet aan de voorwaarden voor het vervroegd wettelijk pensioen. Wel kan je voordien een voorschot opnemen met het oog op een vastgoedproject. Voor de uitkering van een liquidatiereserve wacht je best minstens 5 jaar.


    Als zelfstandige een aanvullend pensioen opbouwen: hoe doe je dat?

    Deel dit artikel