Het finale antwoord op deze vraag hangt af van de exacte verwachtingen van de betrokken zelfstandige. Hecht die vooral belang aan het belastingvoordeel, dan lijkt het VAPZ de beste keuze. Mikt hij daarentegen eerder op een hoger rendement, dan biedt de POZ meer mogelijkheden … Een combinatie van beide geeft uitzicht op het beste van de twee werelden.
Fiscaal voordeel bij VAPZ groter
De bijdragen in een VAPZ leveren een belastingvoordeel op a rato van de marginale aanslagvoet. Bij een POZ is dat 30%, merkelijk lager dus als de zelfstandige een degelijk loon heeft.
Bovendien zorgt een VAPZ ervoor dat de zelfstandige minder sociale bijdragen betaalt. Van het inkomen waarop die berekend worden, worden de VAPZ-bijdragen immers afgetrokken. Bij een POZ is daar geen sprake van. De premies worden niet in mindering gebracht van het inkomen.
Zelfstandigen zonder vennootschap die vooral azen op het grootst mogelijke fiscale voordeel, zullen dus zeker de voorkeur geven aan een VAPZ. Pas als dat volledig benut is, zullen ze ook premies storten voor een POZ.
Investeringsopties groter in POZ
Wie bijdragen stort voor een VAPZ, kan enkel investeren in tak 21. Dat wil zeggen: met een gewaarborgd rendement. Op dit moment zijn die gegarandeerde intrestvoeten evenwel vrij laag, waardoor het rendement (los van de fiscale voordelen) van een VAPZ vrij laag is.
In een POZ wordt het ook mogelijk om te investeren in tak 23. Dat is aan een opmars bezig omdat het spaarders en beleggers de kans geeft om te mikken op een hogere return. Het rendement hangt in tak 23 immers af van de prestaties van één of meerdere onderliggende fondsen. Dat kan leiden tot een hogere return dan in tak 21, maar kan bij tegenvallende financiële markten ook een minwaarde opleveren.
Moraal van het verhaal
Op fiscaal vlak is een VAPZ ongetwijfeld interessanter. Qua rendement biedt een POZ meer mogelijkheden. Beide producten combineren kan natuurlijk ook. Het is aan de zelfstandige om die keuze te maken, in functie van zijn verwachtingen.