Hoe beschermt de sociale zekerheid zelfstandigen? En hoe kan je dit optimaliseren?

Zelfstandigen worden via de sociale zekerheid minder goed beschermd dan werknemers. Maar wat houdt die bescherming voor ondernemers precies in? En hoe kunnen ze er zelf voor zorgen dat de lacunes in de sociale zekerheid opgevangen worden?

sociale bescherming protection sociale
In dit artikel

    Er komen in ons land steeds meer zelfstandigen bij. Eind 2021 telde België 1.230.419 zelfstandigen. 67% daarvan zijn zelfstandige in hoofdberoep, 24% in bijberoep en 9% zijn gepensioneerden die een zelfstandige activiteit uitoefenen. Gedurende de laatste 10 jaar is het aantal zelfstandigen met 14% gestegen.

    Opvallend is dat 65% van de zelfstandigen mannen zijn, al is de groei de laatste jaren sterker bij vrouwen. Sinds 2017 is het ook mogelijk om voor het statuut van student-ondernemer te kiezen. Eind 2021 hadden al meer dan 9000 studenten hiervoor geopteerd. Daarnaast zijn er in ons land meer dan 940.000 btw-plichtige ondernemingen actief.

     

    Sociale bijdragen

    Sociale bijdragen voor werknemers vs. zelfstandigen

    Zowel werknemers als zelfstandigen betalen sociale bijdragen. Toch is er een duidelijk verschil tussen beide stelsels:

    • Bij werknemers wordt de bijdragelast verdeeld. De werknemer betaalt zelf 13,07%, de werkgever om en bij 25%. Bij zelfstandigen is er geen sprake van een verdeling: zij betalen de sociale bijdragen volledig zelf.
    • Voor zelfstandigen geldt er een inkomensgrens van 93.281 euro (2022). Op inkomsten boven die grens betaal je als zelfstandige geen sociale bijdragen meer. Voor werknemers is er geen inkomensgrens van toepassing.
    • De sociale bijdragen voor zelfstandigen zijn degressief (zie in de tabel hieronder), voor werknemers is dat niet het geval.
    • Ook de berekeningsgrondslag verschilt: bij werknemers is dat het brutoloon zonder inhouding, voor zelfstandigen het belastbaar netto-inkomen (waarbij dus je beroepskosten en bijvoorbeeld ook je VAPZ-bijdragen in mindering gebracht zijn).
    • Als je als werknemer sociale bijdragen betaalt, dan dekt dit alle sectoren van de sociale zekerheid: pensioen, werkloosheid, arbeidsongevallenverzekering, beroepsziektenverzekering, ziekte- en invaliditeitsverzekering, gezinsbijslag, moederschapsuitkering, … Voor zelfstandigen is dit beperkt tot het groeipakket (de vroegere kinderbijslag), uitkeringen bij medische kosten en arbeidsongeschiktheid, het pensioen en de faillissementsverzekering.

    Zelfstandigen moeten zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en betalen sociale bijdragen per kwartaal. Daarnaast sluiten zelfstandigen zich aan bij een ziekenfonds.

     

    De sociale bijdragen voor zelfstandigen worden berekend op basis van inkomensschijven

    Kwartaalbijdragen voor zelfstandigen in hoofdberoep (2020, excl. beheerskosten)

    Inkomensschijven

    Sociale bijdragen per kwartaal

    ≤ € 14.658,44

    € 751,25

    € 14.658,44 tot € 63.297,86

    20.50%

    € 63.297,86 tot € 93.281,02

    14.16%

    > € 93.281,02

    0%

    Maximumbijdrage per kwartaal

    € 4.305,42

     

    Sociale bijdragen voor vennootschappen (2022)

    Ook vennootschappen moeten zich trouwens aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en een (jaarlijkse) bijdrage betalen.

    • Ligt de omzet in 2020 lager dan 746.410,17 euro, dan is dat 347,50 euro.
    • Boven deze grens is het 868 euro.

    De eerste twee boekjaren betaalt een vennootschap 347,50 euro.

     

    Wat krijg je ervoor terug?

    Door het betalen van de sociale bijdragen krijg je als zelfstandige recht op socialezekerheidsprestaties, zoals ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, het groeipakket, pensioen en een sociale verzekering in geval van faillissement. Dit laatste is een overbruggingsrecht. “Globaal bekeken wordt een zelfstandige veel minder goed beschermd via de sociale zekerheid dan een werknemer”, zegt Bart Chiau, Senior Expert bij NN en professor aan de faculteit Economie van de UGent.

    We gaan eerst dieper in op het wettelijk pensioen, daarna bespreken we in detail wat er gebeurt bij arbeidsongeschiktheid.

     

    Het wettelijk pensioen

    Wettelijk rustpensioen voor zelfstandigen

    We leven steeds langer. Dit maakt ook dat de kans reëel is dat je pensioenperiode vrij lang duurt, bijvoorbeeld 20 jaar of meer. Bart Chiau: “Onder andere door de vergrijzing staat dit wettelijk rustpensioen onder druk. Met je wettelijk rustpensioen alleen zal je dan ook niet in staat zijn om je volledige pensioenperiode financieel te overbruggen en je levensstandaard van vóór je pensionering te behouden. Dat blijkt ook uit de cijfers van het gemiddelde wettelijk rustpensioen. Die liggen een stuk lager voor zelfstandigen dan voor werknemers.”

    Gemiddeld maandelijs bruto-rustpensioen voor een  zuivere loopbaan (cijfers: 2020)

     

    Volledige loopbaan als zelfstandige

    Volledige loopbaan als werknemer

    Mannen

    € 1.249,5

    € 1.586,6

    Vrouwen

    € 498,2

    € 1.077,1

    Bron: Pensionstat

     

    Daarom is het belangrijk om zelf te sparen voor een aanvullend pensioen. Als zelfstandige beschik je hierbij over heel wat mogelijkheden:

    Daarnaast kan je ook aan pensioensparen en langetermijnsparen doen. Al deze oplossingen bieden je onder bepaalde voorwaarden een fiscaal voordeel. Ten slotte kan je ook sparen voor een extra pensioenkapitaal zonder fiscaal voordeel, bijvoorbeeld via een tak 23-levensverzekering.

    Goed nieuws is dat vanaf 2021 de berekening van het wettelijk pensioen van zelfstandigen gelijkgesteld werd met dat van werknemers. Omgekeerd kunnen zelfstandigen sinds vorig jaar iets minder sparen voor hun aanvullend pensioen. De fameuze 80%-regel zegt immers dat de som van het wettelijk pensioen en het aanvullend pensioen niet hoger mag  zij dan 80% van de laatste normale bezoldiging.

    Ook positief is dat het wettelijk minimumpensioen voor zelfstandigen opgetrokken is tot het niveau van de werknemers. Het gegarandeerd minimumpensioen zal in de volgende jaren stijgen tot 1.500 euro netto per maand. Deze cijfers gelden evenwel enkel voor wie een volledige loopbaan achter de rug heeft, wat neerkomt op 45 jaar. Bij de meeste mensen is dit 40 jaar. Wat betekent dat het minimumpensioen moet vermenigvuldigd worden met 40/45ste. Mede daarom ligt het reële rustpensioen voor veel zelfstandigen dan ook een stuk lager, zoals blijkt uit de gemiddelde pensioenuitkeringen.

    Maar wie 45 jaar heeft gewerkt, kan vanaf 2022 rekenen op het onderstaande minimumpensioen. Hou hier vooral rekening met het alleenstaandenpensioen. In de praktijk komt het gezinspensioen bij nieuwe gepensioneerden nauwelijks nog voor.

    Maandelijks minimum- en maximumpensioen – volledige loopbaan van 45 jaar (brutobedragen op 01.01.2022)

     

    Gewaardborgd minimumpensioen

    Maximumpensioen

    Gezin

    € 1.992,79

    € 2 129,85

    Alleenstaande

    € 1.594,74

    € 1.703,88

    Bron: RSVZ

    Nog in de tabel valt het kleine verschil op tussen het maximum- en minimumpensioen. Wil je als zelfstandige je levensstandaard na je pensionering behouden, doe je er goed aan om zelf een aanvullend pensioen op te bouwen.

     

    Overlevingspensioen voor zelfstandigen

    Het overlevingspensioen wordt berekend op basis van het pensioen van de overleden partner volgens het gezinspensioen. Het overlevingspensioen komt immers overeen met 80% van het gezinspensioen. Het is enkel mogelijk voor gehuwde partners, niet voor wettelijk of feitelijk samenwonenden. Je moet ook minstens één jaar vóór het overlijden getrouwd zijn, tenzij

    • er een kind uit het huwelijk geboren is (tijdens het huwelijk of binnen de 300 dagen na het overlijden)
    • het overlijden te wijten is aan een ongeval na het huwelijk of aan een beroepsziekte
    • er een kind ten laste is waarvoor één van de echtgenoten het groeipakket ontving.

    Om in aanmerking te komen voor een overlevingspensioen, gelden er nog twee voorwaarden (2022):

    • De langstlevende echtgenoot moet minstens 48,5 jaar zijn (tenzij er een kind ten laste is of de langstlevende echtgenoot als volledig invalide (> 66%) beschouwd wordt.
    • De langstlevende echtgenoot mag geen vervangingsinkomen genieten boven de grenzen van toegelaten arbeid.

    De grens van 48,5 jaar wordt opgetrokken tot 50 jaar vanaf 2025. Ben je een jonge weduwe of weduwnaar, dan krijg je een overgangsuitkering gedurende 18 (geen kinderlast), 36 (je hebt een kind ten laste vanaf 13 jaar) of 48 maanden (je hebt een kind ten laste dan jonger is dan 13 jaar of gehandicapt is).

    Het overlevingspensioen wordt dus pas toegekend onder strikte voorwaarden. Ben je als zelfstandige nog ver verwijderd van je pensioen, dan kan je in het aanvullend pensioensparen een waarborg overlijden opnemen of een afzonderlijke overlijdensverzekering nemen. Beide zorgen ervoor dat je nabestaanden financieel verder kunnen na je overlijden.

     

    Arbeidsongeschiktheid

    Ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zelfstandigen

    Als zelfstandige ben je wettelijk verzekerd tegen grote (bv. ziekenhuisopname) en kleine risico’s (bezoek aan de huisarts, tandarts, …), net zoals werknemers. Ben je gedurende een tijd arbeidsongeschikt, door ziekte of een ongeval, dan heb je als zelfstandige recht op een uitkering. Dit geldt ook bij mentale aandoeningen, zoals burn-out of depressie.

    Wie langer dan 7 dagen arbeidsongeschiktheid krijgt een vaste vergoeding vanaf de dag dat de arts het “getuigschrift van werkonbekwaamheid” ondertekent. Hoeveel dit bedrag is, hangt af van je gezinssituatie en volgt het regime van zes dagen per week.

    Uitkeringen in arbeidsongeschiktheid (per dag,voor een 6-dagenweekregeling):

     

    Met persoon ten laste

    Alleenstaande

    Samenwonende

    Zelfstandige

    € 73,10

    € 58,21

    ​€ 44,64

    Loontrekkende

    € 110,95

    € 93,88

    € 68,28

    Bron: risiv, december 2022

    De situatie voor werknemers is helemaal anders. Loontrekkende krijgen de eerste maand hun loon volledig doorbetaald door de werkgever. Daarna krijgen ze 60% van hun loon gedurende elf maanden. Vanaf het tweede jaar is dat 65% met een persoon te laste, 55% als je alleenstaande bent, en 40% als je samenwoont zonder persoon ten laste. Opnieuw is de bescherming van werknemers dus beter dan die van zelfstandigen.

    Waarschijnlijk zullen deze bedragen niet volstaan om alle lopende kosten en leningen te blijven betalen. Daarom neem je best een verzekering Gewaarborgd Inkomen. Die keert je een maandelijks bedrag uit als je een tijd arbeidsongeschikt bent.

     

    Ontdek hier alle oplossingen van NN voor een betere bescherming voor zelfstandigen.

     

    Deel dit artikel