De huidige reserve voor de langstlevende huwelijkspartner
De reserve van de langstlevende huwelijkspartner bestaat uit een abstracte en een concrete reserve. De algemene, abstracte of kwantitatieve reserve is gelijk aan het vruchtgebruik van de helft van alle goederen van de nalatenschap van de overleden echtgenoot. De specifieke, concrete of kwalitatieve reserve is gelijk aan het vruchtgebruik van de gezinswoning en het huisraad.
Dus, als het vruchtgebruik van de gezinswoning en het huisraad minder waard is dan het vruchtgebruik op de helft van de nalatenschap, dan heeft de langstlevende huwelijkspartner ook nog recht op een deel van het vruchtgebruik over de nalatenschap, om de concrete reserve aan te vullen. In het tegengestelde geval, indien het vruchtgebruik over de woning meer waard is dan de helft van de nalatenschap, dan kan de langstlevende partner zonder probleem de gezinswoning blijven gebruiken. We herinneren eraan dat de wettelijk samenwonende partner, in tegenstelling tot een gehuwde partner, geen beschermde erfgenaam is.
En in de toekomst?
Het nieuwe erfrecht – dat nog niet van toepassing is - verandert niets aan de omvang van de reserve van de langstlevende partner. De concrete reserve wordt behouden, omdat dit de langstlevende het recht verleent om in een vertrouwde omgeving te blijven wonen. Er is wel een verandering voorzien in verband met de abstracte reserve. Om rekening te houden met het gereserveerde deel van de kinderen, zal het vruchtgebruik voor de langstlevende prioritair berekend worden op het beschikbare deel van de nalatenschap. Zo wordt er minimaal aan de wettelijke reserve van de kinderen geraakt.
Tot zover wat betreft de wettelijke reserve van de langstlevende huwelijkspartner. En hoe zit het nu met de kinderen?