EEN STEVIGE BASIS
Veel mensen verliezen rendement door dit gebrek aan doel en structuur. Aan de hand van een beleggingspiramide is het echter mogelijk je spaargeld te structureren. De basis van deze piramide bestaat uit je spaarrekening en je lopende rekening. Deze basis moet stevig zijn, al was het maar om onverwachte uitgaven op te vangen. Er wordt over het algemeen aangenomen dat zo'n buffer driemaal het maandelijks inkomenmoet bedragen. Dat geld blijft altijd beschikbaar maar, aan de andere kant, brengt het weinig op. Erger nog, wanneer de inflatie hoger is dan het rendement van de spaarrekening, dan verlies je zelfs geld. Daarom moet zoveel mogelijk geld - geld dat je niet onmiddellijk nodig hebt - gestopt worden in de verschillende lagen van de piramide.
BELEGGINGEN MET NETTO KAPITAALGARANTIE
In de eerste laag zitten tak 21-levensverzekeringen, beleggingen met een gewaarborgd rendement, kasbons of termijnrekeningen. Het zijn veilige investeringen en geven een rendement dat meestal beter is dan een spaarrekening. Dit geld is dan wel niet onmiddellijk beschikbaar, normaal gezien heb je het ook niet direct nodig. Let op: voor tak 21-producten met een looptijd van 8 jaar of minder is de roerende voorheffing 30%. Je moet ook rekening houden dat de gewaarborgde interest rond 0% zal liggen. Toch kan je op een eventuele kleine winstdeelname hopen. Vergeet ook niet dat er instapkosten zijn (max. 4,5 %- en soms ook een beheerscommissie (max. 0,3 %). Kapitaalbehoud is dus, zelfs in het geval van tak 21-levensverzekeringen, een relatief begrip...
COLLECTIEVE BELEGGINGEN ZONDER KAPITAALGARANTIE
Potentieel meer rendement, maar tegen een hoger risico
In de tweede laag zitten beleggingen zonder gewaarborgd kapitaal, zoals gemeenschappelijke beleggingsfondsen in kapitaal en/of aandelen en tak 23-levensverzekeringen. Deze beleggingen bieden zicht op een hoger rendement dan dat uit de onderste lagen, maar de prijs hiervoor is wel, dat het risico hoger ligt. Noch het rendement, noch het behoud van het kapitaal zijn verzekerd. Toch kun je binnen deze laag ook een onderverdeling maken volgens het risico: obligaties zijn natuurlijk veiliger dan aandelen. Op tak 23-verzekeringsproducten betaal je geen roerende voorheffing, tenzij de polis voorziet in een gegarandeerd rendement.
Je kunt natuurlijk de risico’s beperken, bijvoorbeeld door een gezonde mix van aandelen en obligaties (of voor mix funds te kiezen). Daarnaast is ook een voorzichtige geografische mix te verkiezen. Zo kun je de effecten beperken van een crisis die bepaalde regio’s zou treffen. Hetzelfde is waarvoor de sectoren: een diversificatie in de sectoren is een wijze keuze. Kortom: spreid je beleggingen. Gemengde fondsen kunnen je hierbij helpen. Financiële opties zoals stop loss (een order dat pas naar de beurs gestuurd wordt nadat een bepaalde koers (=trigger) bereikt is) of dripfeeding (een druppelsgewijze instap) zijn andere mogelijkheden om veiliger te beleggen.
DE TOP VAN DE PIRAMIDE
De top van de piramide bestaat uit de meest geriskeerde beleggingen. We hebben hier te maken met beleggingen in individuele aandelen, waarbij het rendement volledig afhangt van de prestaties van het bedrijf. Maar ook hier bestaat de mogelijkheid om het risico te beperken door te zorgen voor een grotere diversificatie. Deze diversificatie brengt een grotere veiligheid, maar ze kan het rendement enigszins aantasten.
Denk eraan: op 1 januari 2017 werd de speculatiebelasting op de meerwaarden gerealiseerd op beursgenoteerde aandelen, opties en warrants of andere beursgenoteerde financiële instrumenten afgeschaft.
Iedereen kan deze piramide invullen in functie van zijn eigen doelstellingen, beleggingshorizon en beleggersprofiel. Een beleggingsportefeuille opstellen volgens dit principe geeft een doordachte beleggingsstrategie. Zo heb je een gezonde structuur en kun je beleggen met een doel, waarbij de risico's beperkt worden en toch de mogelijkheid bestaat tot een hoger rendement.
EEN VOORBEELD
We kunnen dit misschien beter illustreren met een voorbeeld. Erik heeft een goede baan als manager en verdient zo’n drieduizend euro per maand. Op zijn zichtrekening, die hij voor de betaling van de lopende kosten gebruikt, en op zijn spaarrekening heeft hij samen min of meer 10.000 euro, ongeveer driemaal zijn maandelijks inkomen.In zijn eerste « laag » heeft hij een tak 21-levensverzekering en enkele beleggingen met een gewaarborgd rendement. Dat geld zal hij de eerste jaren toch niet nodig hebben. Hij heeft ook 5% van zijn vermogen in goud geplaatst. Zijn tweede « laag » bestaat uit beleggingen zonder gewaarborgd kapitaal. Het geld dat deze beleggingen hem opbrengt, steekt hij in nieuwe beleggingen. Uiteindelijk heeft hij aan de top van zijn piramide nog een deel van zijn vermogen in aandelen van enkele bedrijven, waarvan hij de prestaties nauwgezet volgt. Hiervoor heeft hij de raad van een specialist gevolgd. Natuurlijk heeft hij, om het risico te beperken, bedrijven uit verschillende sectoren en landen gekozen. Dat kost hem wat tijd, maar zo zorgt hij ervoor, dat het risico tot een minimum beperkt blijft.
Wil je investeren volgens jouw profiel? NN heeft zeker voor jou een interessante spaarformule.