Pensioenhervorming: een belangrijke stap vooruit, maar nog steeds veel last op schouders van jongere generaties

De regering heeft de politieke moed getoond om stappen te zetten in een pensioenhervorming. De maatregelen in het regeerakkoord zijn een stap in de juiste richting, maar de uitvoering had doortastender, sneller en met kortere overgangsmaatregelen gekund. Verdere hervormingen blijven hierdoor noodzakelijk. Colin Sanders (55), Longevity expert van NN, evalueert de pensioenhervorming in het regeerakkoord.

gettyimages-669887414.jpg
In dit artikel

    +: Langer werken is nodig en logisch

    In het regeerakkoord blijft de pensioenleeftijd behouden op 67 jaar in 2030, maar de opbouw van pensioenrechten wordt gekoppeld aan strengere loopbaanvoorwaarden. Vandaag werken we gemiddeld 34,5 jaar om vervolgens 24 jaar van ons pensioen te genieten (Eurostat, 2022). Veel van de hervormingen mikken op loopbaanvoorwaarden van 30 of 35 jaar. Het verschil is miniem. De maatregel zal weinig verschil maken voor wie effectief werkt. Een stap in de juiste richting is dat wie langer werkt, zoals veel zelfstandigen, een hoger pensioen zal krijgen.  Op termijn is de enige logische conclusie echter om de pensioenleeftijd volledig te vervangen door loopbaanjaren.

     

    +/-: Belangrijkere plek voor tweede pijler, maar met onzekerheid over de IPT

    Het regeerakkoord stelt scherp dat het wettelijk pensioen dient voor een basisniveau van sociale zekerheid. De verantwoordelijkheid voor een comfortabel pensioen wordt doorgeschoven naar individueel sparen en het aanvullend pensioen. Er is echter meer sensibilisering nodig rond het belang van de tweede pijler. Aanvullende pensioenen moeten een structurele aanvulling vormen op het wettelijke pensioen. Dit vereist een stabiel en duidelijk fiscaal kader, waarbij – net zoals bij de wettelijke pensioenen – de opgebouwde rechten en reserves onaangetast blijven.

     

    +/-: Harmonisatie pensioenstelsels: stap vooruit, maar te traag

    Er worden stappen gezet in de harmonisatie tussen de verschillende pensioenstelsels, maar de invoering van veel hervormingen is pas voorzien vanaf 2027, met een extreem lange implementatieperiode voor de ambtenarenpensioenen. Sommige maatregelen worden zelfs pas in 2062 volledig doorgevoerd. Zelfs dan blijven bepaalde beroepsgroepen, zoals leerkrachten, minder lang werken dan de rest van de bevolking. Dit zorgt voor ongelijkheid.

     

    +/-: Meer aandacht voor duurzame carrières nodig

    De duurzaamheid van loopbanen moet in de toekomst meer aandacht krijgen. Met NN pleiten we al langer voor het flexibele langleven-model, waarbij mensen tijdens hun carrière een break of mini-pensioen kunnen opnemen om te herbronnen. De tijd die wordt opgenomen, wordt dan later in de loopbaan ingehaald. Dit zorgt voor een meer werkbare en realistische benadering van een langere loopbaan.

     

    -: Strengere parameters waren nodig

    De maatregelen leggen nog steeds een te grote last op de generatie onder de 45 jaar. We hadden een striktere invulling van de hervormingen verwacht, waarbij de lasten eerlijker verdeeld werden over de verschillende generaties. Ook de invoering had sneller gekund. Waarom wachten tot 2027?

    Daarnaast is de definitie van “dicht bij het pensioen staan” te breed. Het is redelijk om hervormingen niet op te leggen aan wie binnen drie tot vijf jaar met pensioen gaat, maar nu worden nog steeds te veel mensen vanaf 55 jaar gespaard. Dit leidt tot intergenerationele ongelijkheid en schuift de verantwoordelijkheid steeds verder door naar jongere generaties.

     

    Conclusie

    De pensioenhervorming is een stap in de juiste richting, maar verdere hervormingen zijn onvermijdelijk. In 2029 – of mogelijk zelfs eerder – verwachten we bijkomende aanscherpingen. De regering zal helder moeten communiceren over de noodzaak, billijkheid en doeltreffendheid van het pensioenakkoord om met zijn allen aan dezelfde kar te trekken.

     

    Deel dit artikel