Bij het samenstellen van een nieuw gezin met andere personen die eveneens kinderbijslag ontvangen of bij de geboorte van nieuwe kinderen uit een nieuwe relatie, worden de kinderen in co-ouderschap in rekening genomen voor de rang van de kinderen van het gezin van de kant van de moeder, maar niet van de kant van de vader.
Nemen we bijvoorbeeld een paar met drie kinderen dat uit elkaar gaat en voor co-ouderschap kiest. Elk van beide bouwt een nieuwe relatie op en heeft een vierde kind met een partner die geen kinderen ten laste heeft. De moeder ontvangt kinderbijslag voor haar vier kinderen, terwijl de vader slechts kinderbijslag ontvangt voor zijn eerste kind (dus een uitkering die minder hoog ligt dan die, die de moeder van de drie eerste kinderen ontvangt voor haar vierde kind).
Vorig jaar heeft een vader in deze situatie zijn kinderbijslagfonds gedagvaard voor discriminatie. Hij eiste voor zijn vierde kind kinderbijslag voor een kind van de vierde rang. De rechter vroeg het advies van het Grondwettelijk Hof, dat van mening was dat er hier inderdaad een onverantwoord verschil bestond in de behandeling van de ex-echtgenoten. U vindt het arrest van het Hof op deze pagina (http://www.arbitrage.be/public/n/2008/2008-023n.pdf).
Het ontbreken van wettelijke schikkingen waardoor er rekening kan gehouden worden met de werkelijk last die door elk van beide ouders gedragen wordt voor de bepaling van de rang van de kinderen van hun twee nieuwe gezinnen, wordt dus erkend als tegenstrijdig met de Grondwet, die elke discriminatie verbiedt. In afwachting dat de wetgever de gepaste maatregelen treft om dit recht te zetten, moeten wij voldoening nemen met wat volgt.