2/3 van je leven financieren in 1/3 van de tijd: hoe doe je dat?

Onze levensloop bestaat uit drie fasen: studeren, werken, pensioen. Dat lineaire denkpatroon blijft sterk overheersen in de mindset van de Belgen, zo blijkt uit een enquête van NN en Indiville bij 1.564 Belgen. Ook de stijgende levensverwachting verandert daar niks aan. Maar dit betekent dat we tijdens een erg korte periode in ons leven, onze actieve loopbaan, voldoende vermogen moeten opbouwen om de overige periodes te financieren. Hoe pak je die uitdaging aan?

Onze levensverwachting neemt alsmaar toe. Enkele cijfers ter illustratie:

  • In 2019 bedroeg de levensverwachting bij de geboorte in België 81,8 jaar. In 1990 was dit 76 jaar. Met andere woorden, een stijging van meer dan 5 jaar op 28 jaar tijd.
  • 1 op de 3 kinderen die vandaag geboren wordt zou minstens 100 jaar worden (bron: Prof. Andrew Scott, tijdens webinar in juni 2020).

We leven dus steeds langer. En toch willen we ons leven nog altijd op exact dezelfde manier organiseren: erg lineair, in drie fasen: studeren, werken en pensioen. Gemiddeld willen we 16% van onze tijd besteden aan studeren, 33% aan werken, 21% aan zorgen voor kinderen en familie en 30% aan rusten en ons pensioen. Bovendien willen we graag op 62 met pensioen.

Kort samengevat moeten we in 33% van de tijd die andere 67% financieren. Als we langer leven, zullen we dus harder moeten werken en sparen. 

Hoe bereid je je best voor?

Er is geen weg naast: je moet zelf sparen voor je pensioen. Met enkel je wettelijke pensioenuitkering zal je niet in staat zijn om je levensstandaard te behouden. Zeker niet als je vrij vroeg stopt met werken en nog enkele tientallen jaren leeft. Bereken hier hoeveel je nodig zult hebben bovenop je wettelijk pensioen.

Hoe leg je nu precies die financiële reserve aan? Ben je loontrekkende en biedt je werkgever je een groepsverzekering of pensioenfonds aan, dan scheelt dat al een slok op de borrel. Maar dan nog lever je best ook zelf een inspanning. Je kan sparen met of zonder fiscaal voordeel. Ben je zelfstandige, dan is het zo mogelijk nog belangrijker om een aanvullend pensioenspaarpotje aan te leggen. Het gemiddelde wettelijke pensioen van zelfstandigen ligt immers lager dan dat van werknemers en ambtenaren. Hier lees je alles over de mogelijkheden om als zelfstandige te sparen voor je pensioen

Begin er vroeg aan. Hoe sneller je start met je spaarinspanning, des te groter zal je kapitaal op het eind van de rit zijn.

Vergeet ook niet dat het lot je kan dwarsbomen. Een ziekte, ongeval of overlijden kan jezelf en je gezin in een financieel lastig parket brengen. Bescherm je toekomst en die van je naasten, ongeacht of je werknemer of zelfstandige bent.

Toch lichte tekenen van een trendbuiging

Ook al toont de enquête aan dat ons denkpatroon verouderd is, toch zijn er voorzichtige tekenen dat er iets borrelt aan de oppervlakte. Zo geeft 67% van de werkende en werkloze Belgen in de studie aan open te staan voor een grondige loopbaanverandering. 12% nam vóór, tijdens of na zijn studies een jaartje vrij. 35% heeft al verschillende statuten (bediende, arbeider, ambtenaar of zelfstandige) gehad.  Het geeft aan dat meer en meer mensen kiezen voor een minder lineair loopbaanverloop. Gelet op de stijgende levensverwachting zullen we geen andere keuze hebben dan meer en meer af te stappen van het vastgeroeste, lineaire levensloop- en loopbaanidee. Het is aan de beleidsmakers, werkgevers, onderwijsinstellingen en aan de bevolking om dit proces te versnellen.

blog_levensloop_.jpg
In dit artikel

    Vandaag hebben de (onderwijs)bonden het werk neergelegd om pensioenmaatregelen, zoals voorgesteld in de supernota van De Wever, te blokkeren. Hoewel overgangsmaatregelen natuurlijk altijd noodzakelijk zijn voor leerkrachten op een boogscheut van hun pensioen, is een volledige afwijzing van de hervormingen niet de oplossing. Het is niet meer van willen, de volgende regering moét de Belgische pensioenen onder handen nemen. In zijn meest recente cijfers voorspelt de Studiecommissie voor de Vergrijzing dat de pensioenuitgaven bij ongewijzigd beleid zullen stijgen van 11.2% van het bbp in 2023 tot 12.3% in 2029 en 13,7% in 2070 (SCvV, 2024). De extra kosten bedragen ruim 14 miljard euro, waarvan ruim 6 miljard nog voor 2030 komen. Dit maakt duidelijk dat snel ingrijpen noodzakelijk is. Stilstand leidt alleen maar tot een nog groter probleem, dat later met nog zwaardere maatregelen zal moeten worden aangepakt. 


    De huidige pensioenregeling legt een steeds zwaardere druk op de samenleving. We werken te kort om daarna te lang van een pensioen te genieten: gemiddeld 34,5 jaar werken om daarna 24 jaar van ons pensioen te genieten (Eurostat 2022). Ter vergelijking: Nederland registreert een gemiddelde loopbaanduur van 43,2 jaar, Duitsland van 39,3 jaar, en Frankrijk van 36,6 jaar. 

    De supernota biedt drie sleutels om dit aan te pakken: 

    1. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must: om de kosten te drukken, moeten we pensioenrechten sterker koppelen aan het aantal gewerkte jaren via een bonusmalus-systeem. Zo kunnen we langere loopbanen stimuleren zonder een harde verplichting op te leggen. Het is hierbij noodzakelijk om pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen gelijk te trekken. Op dit moment krijgen leerkrachten gunstigere voorwaarden (tantièmes) waardoor ze 41-42 jaar moeten werken voor een volledige loopbaan, terwijl werknemers in de privé 45 jaar moeten werken voor lagere pensioenen. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must. Het doel zou moeten zijn dat iedereen 45 jaar werkt. De voorgestelde harmonisering tussen de pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen past hierin. Dit is al lang een punt van discussie. Te lang. 

    2. Duidelijker verband tussen arbeid en pensioenopbouw: de afbouw van gelijkgestelde periodes voor brugpensioen, landingsbanen en langdurige werkloosheid is een noodzakelijke maatregel. Mensen moeten gestimuleerd worden om actief te blijven, en deze inactiviteit mag niet langer gelijkstaan aan werk. Dit is uiteraard een moeilijke keuze, maar wel de juiste. 

    3. Hervorm de berekening van de huidige pensioenen: met enkel meer en langer werken, redden we het niet. De regeringsonderhandelaars kijken terecht naar de huidige pensioenen. Hoewel er hier belangrijke stappen worden gezet, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van de perequatie, kan de reële groei van de hoogste pensioenen nog verder worden getemperd. Dit zou zorgen voor een eerlijkere verdeling van de lasten tussen jongere en oudere generaties, zonder dat de nominale pensioenen dalen.

    Een oproep tot redelijkheid

    De zorgen van de onderwijsbonden zijn begrijpelijk: niemand wil een hervorming die hun pensioenrechten plots en zonder nuance aantast. Maar hervormingen hoeven niet oneerlijk te zijn. Overgangsmaatregelen kunnen en moeten ervoor zorgen dat mensen de tijd krijgen om zich  aan te passen en aanvullende pensioenpijlers op te bouwen. Wat echter niet kan, is een complete afwijzing van elke hervorming. Zo maken we alleen maar een onmogelijk hoge rekening voor onze jongere generaties die ze op termijn niet meer gaan kunnen betalen. Politieke moed zal nodig zijn om het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Maar pensioenhervorming mag geen taboe zijn. Het is een kans om een eerlijker, duurzamer en realistisch systeem te creëren dat werkt voor iedereen. Laten we die kans grijpen! 


    Martijn Hoogeweegen, CEO van levensverzekeraar NN
    Colin Sanders, wetenschappelijk medewerker, UHasselt en longevity specialist voor NN 
    Bart Chiau, professor faculteit Economie, UGent en verzekeringsexpert van NN

    Deel dit artikel