Hij moet er niet aan denken om 200 jaar te worden. “Forever young, dat is onmenselijk.” Maar tegelijkertijd roept professor Jean Paul Van Bendegem, wiskundige, filosoof en jong gepensioneerde, op tot verzet tegen ageism. Tegen het grijsisme, zoals hij het noemt. Want senior zijn is een geheel aparte, volwaardige levensfase.
In dit artikel
Hij moet er niet aan denken om 200 jaar te worden. “Forever young, dat is onmenselijk.” Maar tegelijkertijd roept professor Jean Paul Van Bendegem, wiskundige, filosoof en jong gepensioneerde, op tot verzet tegen ageism. Tegen het grijsisme, zoals hij het noemt. Want senior zijn is een geheel aparte, volwaardige levensfase.
Eindelijk verlost van de saaie vergaderingen… sinds zijn emeritaat is hij erop vooruitgegaan, vindt professor Jean Paul Van Bendegem, filosoof en wiskundige. “Er is een Jean Paul Van Bendegem van vóór 1 oktober 2018 en eentje van daarna. Op die dag ging ik op emeritaat, met pensioen dus. Voor die datum was ik opgeleid als wiskundige en was ik in de praktijk een filosoof. Onderwijs en onderzoek waren voor mij allebei essentieel.”
Veel fijne activiteiten
“Toen kwam dus de omschakeling. Die bleek voor mij niet zo heel groot te zijn. Dat heeft te maken met de opleiding die ik als filosoof heb gehad in Gent. Ik kreeg les van het grote kwartet Etienne Vermeersch, Leo Apostel, Jaap Kruithof en Rudolf Boehm. Stuk voor stuk geëngageerde filosofen, die vonden dat ze niet alleen een verplichting hadden naar de academie toe, maar ook naar de maatschappij. Bijgevolg ben ik ook iemand die al voor zijn pensionering in het lezingencircuit gerold is en dat is gewoon blijven doorlopen. Eigenlijk ben ik erop vooruitgegaan: veel fijne activiteiten zijn behouden, maar ik werd eindelijk verlost van de dingen die ik begon te haten, zoals de eindeloze vergaderingen en het continu zoeken naar geld voor onderzoek.”
Tweede puberteit
Toch was het ook een sprong in het grote onbekende, want met ouder worden en met pensioen gaan is het net als met seksuele voorlichting, vindt Van Bendegem: “We worden niet echt goed ingelicht over wat ons te wachten staat. Ik associeer het met een tweede puberteit. Senior zijn is niet ‘meer van het hetzelfde, maar dan steeds minder’. Het is wat mij betreft echt een zelfstandige fase van het leven. En het viel me op dat aantal facetten – fysieke, maar ook mentale – overeenkwamen met wat ik heb meegemaakt in mijn puberteitsjaren. Die lichamelijke onhandigheid, hét kenmerk van de puber: dat komt terug. Je wordt onzekerder over je lichaam.”
“Met ouder worden herontdek je jezelf”
“Dingen worden anders, maar daarom niet slechter. Bijvoorbeeld je dingen herinneren: namen, jaartallen... Je feitelijke geheugen wordt minder, maar in het leggen van verbanden word je net beter. je weet niet meer wie het gezegd heeft, maar je begrijpt wel het hele kader. Dat is wetenschappelijk aangetoond. Je raakt je mentale capaciteiten dus niet kwijt, nee: ze verschuiven. En je herontdekt jezelf. Net zoals in je puberteit. Met dit fundamentele verschil dat de volwassenheid ertussen zit.”
Wijsheid
Als filosoof ziet hij één groot voordeel aan de klimmende jaren: het verwerven van wijsheid, een zekere stoïcijnse houding omdat je het meeste al gezien en meegemaakt hebt. Maakt dat het leven aangenamer? “Ik kan alleen maar voor mezelf spreken, maar: ja. De praktische kennis die je opdoet in je volwassen leven, dat is een grote plus. Je weet hoe de dingen werken, je hebt ervaring opgebouwd, een heel specifieke ervaring die voor mij naast wetenschappelijke kennis staat. Aristoteles noemt dat de phronèsis, de praktische wijsheid.”
200 jaar? Nee, bedankt
Heeft de mens niet altijd gedroomd van langer of zelfs ‘eeuwig’ leven? Het komt vaak terug in de geschiedenis, in de mythologie. Zou Van Bendegem zelf graag 200 jaar willen worden? “Nee. Ik heb heel mijn leven geleefd met een levensverwachting van zo’n 80 jaar. In zekere zin begroot je je leven daarop. Ik hou er rekening mee dat ik statistisch nog 13 jaar te gaan heb. Ik zou graag de filosofe Griet Vandermassen aanhalen, die fijntjes observeert vanuit de biologie dat we echt niet gemaakt zijn om eeuwig te leven. Je komt op aarde met een eindige voorraad energie. Je moet daar verstandig mee omgaan. Het accent ligt op het eerste gedeelte. Als je je een keer gereproduceerd hebt, heb je je hoofdtaak volbracht. Daarna hoeft het eigenlijk niet meer.”
De eeuwige jeugd
Wat doe je dan met die stijgende levensverwachting en alle extra jaren die dat oplevert? Zijn we langer jong of langer oud? “Ik zou niet graag de eeuwige jeugd willen hebben. Jeugd veronderstelt dat er fases moeten zijn die daarop volgen. Wanneer kan je dan eindelijk volwassen worden? Het idee om te bevriezen op een bepaalde leeftijd: horror! 200 jaar lang 25 zijn? Dat is onmenselijk. Daarmee bedoel ik: dat is niet des mensen… Als we de pil vinden die ons onsterfelijk maakt, dan houden wij op mensen te zijn. Voor zo’n lang(er) leven moet je naar een nieuw type mens gaan, voor wie leeftijd geen rol meer speelt. Je kan natuurlijk in de stijl van Yuval Noah Harari beginnen over de Homo Sapiens en de nieuwe Homo Deus. Maar daar zijn we nog niet. Jong, volwassen, oud: voor mij is dat perspectief noodzakelijk om mens te zijn. In alle fases. Ook als senior. Maar onze maatschappij zit wat dat betreft in een rare spreidstand. We leven langer, moeten langer actief blijven, langer blijven werken... maar krijgen als senioren de boodschap dat je er als ‘oudere’ niet meer toe doet, dat je overbodig bent.”
Laat je stem horen
In zijn jongste boek Wijs, grijs en puber roept Van Bendegem senioren daarom op tot burgerlijke ongehoorzaamheid in de traditie van Martin Luther King, Nelson Mandela, Mahatma Ghandi en Rosa Parks... Is dat de taak die ons wacht als senior, onze innerlijke vrijheidsstrijder er tegenaan gooien? “Ik hou enorm van het idee van burgerlijke ongehoorzaamheid omdat het vreedzaam is. Je wijst geweld af. Wat je wel hebt, is een zekere onverzettelijkheid: ‘Ik zie niet in waarom ik niet op de plek mag zitten in de bus,’ zoals Rosa Parks dat zei en deed. Of waarom ik niet op die plek mag deelnemen aan de maatschappij als senior, zo je wil. Mijn oproep is eerder: laat je stem horen. Senioren zijn er en maatschappelijk gezien zullen we dat geweten hebben. Dat moet, zeker als we straks hoe langer hoe ouder worden.”
We leven steeds langer. Een derde tot de helft van de meisjes die vandaag in België geboren wordt, blaast over 100 jaar nog steeds verjaardagkaarsjes uit. Hiep, hiep, hoera? Een langer leven is geweldig nieuws – toch als we daarmee gelukkige en gezonde jaren winnen. Stel je voor wat je niet allemaal kan met die extra tijd! Maar zijn wij wel goed voorbereid? Beseffen we wel welke impact langer leven heeft op ons persoonlijk en professioneel leven én op onze samenleving? Tijd voor enkele blikken op een lang en waardevol leven.