Financiële risico’s na je pensionering
Eenmaal je met pensioen bent, word je geconfronteerd met verschillende financiële risico’s. Schenk je hieraan te weinig aandacht, dan vergroot de kans dat je spaarpot te vroeg uitgeput is. Over welke risico’s gaat het dan?
1. Langer-leven-risico
Je maakt een goede kans om 90, of zelfs 100 jaar oud te worden. Bij een 65-jarige vrouw is dat respectievelijk 48% (om 90 te worden) en 5% (voor 100 jaar). Maar dit verhoogt ook de kans dat dat je vermogen niet zal volstaan. Zowat een derde van de gepensioneerden (tot 79 jaar) maakt zich hierover zorgen, zo blijkt uit een studie van NN Group uit 2021 (NN Longevity Survey 2021).
2. Zorgbehoevend worden
32% van de mannelijke 85-plussers en 49% van de vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep heeft op dit moment langdurige professionele zorg nodig. Het prijskaartje daarvoor kan stevig oplopen.
3. Overlijden van je partner
Als je samenwoont en één van beide partners overlijdt, kan dit financiële gevolgen hebben voor de overlevende partner. Lees hier meer over de voorwaarden voor een overlevingspensioen. Daarnaast blijft de kans reëel dat de overblijvende partner heel lang leeft. En vergeet ook de impact van de inflatie op je aanvullend pensioen niet.
4. Inflatierisico
Inflatie treft ook gepensioneerden, meer bepaald diegenen die hun spaargeld moeten aanspreken om hun levenstandaard te behouden. Inflatie vreet namelijk aan de koopkracht van je opgebouwd kapitaal. Bij een pensionering op 65 jaar en een inflatie van 2% is een verdubbeling van de prijzen tegen het einde van je leven niet ondenkbaar. Ligt de inflatie nog een stuk hoger, bijvoorbeeld rond 4,5%, dan volgt die verdubbeling al rond je 80ste. Lees hier hoe je jezelf bij de opbouw van een aanvullend pensioen tegen inflatie kunt beschermen.
5. Te hoge maandelijkse opnames
Impulsuitgaven kunnen je vermogen aantasten, net zoals te hoge maandelijkse opnames. Hou er ook rekening mee dat die opnames door de jaren heen enkel nog verder zullen verhogen, om je koopkracht te behouden. Maar hoe lang hou je dit vol? Je startkapitaal delen door een verwacht aantal maandelijkse afnames geeft je een indicatie. Maar dan ga je ervan uit dat je nettorrendement de inflatie volgt. Ligt je nettorrendement lager dan de inflatie, dan zal je vroeger op zwart zaad komen te zitten. En uiteraard speelt ook je levensduur een rol …
6. Als je niets riskeert, riskeer je meer
Wil je absoluut op veilig spelen en parkeer je al je geld op een spaarrekening? Dan zal de inflatie je koopkracht zwaar aantasten. Toch heeft de helft van de gepensioneerden enkel een spaarrekening. Jammer genoeg vergroot dit net het langer-leven-risico.
Tips om rond te komen met je pensioen
Sommige risico’s, zoals inflatie, kan je niet vermijden. Wel kan je de impact ervan zoveel mogelijk beperken. We geven je graag een aantal nuttige tips mee.
Tip 1: Stel een financiële planning op voor een langere periode
Financiële planning is niet alleen belangrijk voor de opbouw van je vermogen richting je pensioen, maar ook eens je met pensioen bent. Een financieel adviseur helpt je hierbij. Hou steeds een langetermijnperspectief aan, want je wordt mogelijk 90 jaar of zelfs ouder. Je doet er dus beter aan om te plannen voor een 100-jarig leven dan op je 80ste te moeten vaststellen dat je spaargeld op is.
Tip 2: Verhoog je maandelijkse pensioeninkomsten
Bekijk hoe je je wettelijk pensioen kunt aanvullen met andere, regelmatige inkomsten:
- Opbrengsten van beleggingen: om je koopkracht te behouden, moet het rendement van je spaargeld minstens even hoog zijn als de inflatie. Beleggen via een tak 23-levensverzekering geeft je mogelijk uitzicht op een aantrekkelijk rendement.
- Huurinkomsten: vastgoed is gemiddeld genomen een stabiele, inflatiebestendige investering die bovendien het langer-leven-risico verlaagt. Verhuur je een pand, dan mag je rekenen op huurinkomsten. Vergeet echter niet dat aan een verhuur ook kosten verbonden zijn (bv. voor renovaties) en dat er soms periodes zijn zonder huurder. Een mogelijk alternatief is investeren in beursgenoteerd vastgoed (beleggingsfondsen).
- Een tak 23-renteuitkering: je kan jezelf levenslang een extra inkomen bezorgen via een tak 23-lijfrenteproduct. Op die manier bezorg je jezelf heel wat extra financiële zekerheid. Je zou het bijvoorbeeld zo kunnen plannen dat lijfrenteuitkeringen levenslang je noodzakelijke uitgaven dekken. De rest van je vermogen zou je kunnen aanwenden om in meer risicovolle producten te beleggen, wat je opwaarts potentieel biedt en meer kans geeft om de inflatie in de loop der tijd te kunnen overtreffen. Lees hier hoe je voor jezelf levenslang in een extra inkomen voorziet.
Tip 3: Doorwerken na je pensioen
Hoe zit het met je inkomsten als je doorwerkt na je pensioen? Je mag als gepensioneerde onbeperkt bijverdienen (en je volledige rustpensioen blijven ontvangen)
- als je 65 jaar of ouder bent of
- als je nog geen 65 jaar bent, maar wel minimaal 45 jaar gewerkt hebt bij de aanvang van je pensioen.
Opgelet, onbeperkt betekent niet hetzelfde als onbelast.
Ben je nog geen 65 en heb je geen 45 loopbaanjaren op de teller, maar ben je wel al met pensioen? Dan kan je binnen bepaalde grenzen extra bijverdienen. Lees hier alles over het verschil tussen vervroegd pensioen en brugpensioen of SWT.
Tip 4: Schenk niet te vroeg
Ben je zinnens om een schenking te doen aan je kind(eren)? Werk dan eerst even je financieel plan bij, zodat je zeker bent dat er na het schenken nog voldoende overblijft tot de langstlevende partner overlijdt. Bestaat de kans dat er onvoldoende overblijft, maar wil je toch nu al schenken om de erfbelasting te omzeilen? Kies dan voor een schenking waarbij je het vruchtgebruik behoudt. Voor alle duidelijkheid: je moet je helemaal niet verplicht voelen om te schenken aan je (klein)kinderen. Het is en blijft je vrije keuze. Hoe werkt een schenking?