Waarom sparen voor een aanvullend pensioen?
Je wettelijk pensioen zal nooit volstaan om je levensstandaard na je pensionering aan te houden. Door zelf te sparen voor een aanvullende pensioenspaarpot kan je daar wel in slagen. Als je financieel onbezorgd je oude dag wil doorbrengen, zal je dus nu al in actie moeten schieten. De regel ‘hoe vroeger je start, des te beter’ geldt immers absoluut voor aanvullende pensioenen.
Bovendien stijgt de levensverwachting alsmaar en komt het erop aan om voorbereid te zijn op een gelukkig langer leven. Financiële veerkracht is dan ook een must. Die financiële veerkracht bouw je onder andere op door te sparen voor later.
Tot slot houd je aan de opbouw van een aanvullend pensioen netto ook meer over in vergelijking met bv. een verhoging van je loon of de uitkering van een dividend. Je moet er natuurlijk wel op wachten tot je pensioenleeftijd.
Over welke mogelijkheden beschik je?
Als zelfstandige beschik je gelukkig over heel wat opties om een aanvullend pensioenspaarpotje aan te leggen. We zetten ze even op een rijtje:
Mogelijkheden voor zelfstandigen met een vennootschap?
- Individuele Pensioentoezegging (IPT): een pensioenplan waarbij je vennootschap de premies betaalt, maar jij als zelfstandig bedrijfsleider de begunstigde bent. De 80%-grens (zie verder in dit artikel) bepaalt hoeveel je maximaal mag storten opdat de vennootschap de premies fiscaal mag aftrekken als beroepskost.
- Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ): je kan de premies in eigen naam betalen of via je vennootschap. Je spaart voor je pensioen, maar betaalt tegelijkertijd minder belastingen én minder sociale bijdragen!
- Pensioensparen: in 2021 kan je maximaal € 990 (met 30% belastingvoordeel) of € 1.270 (met 25% belastingvoordeel) storten.
- Langetermijnsparen: in 2021 bedraagt de maximale premie € 2.350 (met 30% fiscaal voordeel).
- Uiteraard is het ook belangrijk om te sparen zonder dat daar een belastingvoordeel tegenover staat. Je geld op een spaarrekening parkeren zal je, rekening houden met het uiterst lage rendement van een spaarboekje en de inflatie, geld kosten in plaats van opbrengen. Een tak 23-beleggingsverzekering, waarbij je rendement afhangt van één of meerdere onderliggende beleggingsfondsen, is alleszins een interessantere piste!
Mogelijkheden voor zelfstandigen zonder vennootschap
80%-regel: wat is dit precies?
Zoals we hierboven al vermeldden, zal de 80%-grens bij sommige aanvullende pensioenplannen bepalen hoeveel je maximumpremie bedraagt. De 80%-regel zegt dat de som van het wettelijk en het aanvullende bedrijfspensioen - uitgedrukt in renten - niet hoger mag liggen dan 80% van de laatste, normale brutobezoldiging. Wordt de 80%-grens overschreden, dan zal een gedeelte van de premies voor het pensioenplan (bv. je IPT) niet aftrekbaar zijn.
Discussie over interpretatie
Maar … wat blijkt nu? Sinds vorig jaar controleert de fiscale administratie de naleving van de 80%-regel veel intensiever. Op zich perfect normaal, ware het niet dat de belastingadminstratie deze regel voortaan veel strikter interpreteert en toepast dan voorheen. En dat terwijl er geen enkele circulaire of andere communicatie over gepubliceerd werd. Zo argumenteert de fiscus nu dat alle tweedepijlerpensioenen meegeteld moeten worden bij de berekening van de 80%-grens. Dit terwijl tot nu toe enkel het tweedepijlerpensioen binnen de betrokken onderneming bekeken werd, tenzij wanneer er gebruik gemaakt werd van de mogelijkheid om maximaal 10 jaar van een voorheen elders uitgeoefende activiteit mee te nemen. In dat geval moest er ook een eventueel prorata berekend deel meegenomen worden. Dit alles maakt dat zelfstandigen die gedurende hun carrière voor verschillende bedrijven gewerkt hebben, minder aanvullend pensioenkapitaal zullen kunnen opbouwen. Waarmee de overheid precies het tegenovergestelde bereikt van haar oorspronkelijk doel: iedereen aansporen om zelf te sparen voor een aanvullend pensioen.
Alleen voor zelfstandigen die hun volledige carrière voor hetzelfde bedrijf actief waren, verandert er niks. Zij zullen hun ruimte binnen de 80%-grens maximaal kunnen benutten, de anderen niet. Bijkomend vindt de fiscus dat er voor een zelfstandige die in twee vennootschappen werkt en hieruit een bezoldiging ontvangt twee wettelijke pensioenen gerekend moeten worden en er dus geen proratering mag gebeuren op basis van de respectievelijke bezoldigingen. Maar die zelfstandige heeft natuurlijk nooit recht op twee wettelijke pensioenen ...
Ook een probleem voor werknemers en werkgevers
Het probleem beperkt zich trouwens niet tot zelfstandigen die gedurende hun volledige loopbaan zelfstandig geweest zijn. Ook zelfstandigen die een aantal jaren als werknemer gewerkt hebben, ondervinden dezelfde gevolgen. Idem dito voor oudere werknemers die van werkgever veranderen. De onderneming die een 50-plusser aanwerft, zal de premies voor diens aanvullend pensioen in veel gevallen niet meer kunnen aftrekken, omdat met de nieuwe interpretatie de 80%-grens wel al bereikt is. Ook riskeert de werkgever een belastingverhoging van 10% als hij de premies niet spontaan als verworpen uitgave aangegeven heeft. Dit zal de arbeidsmobiliteit van oudere werknemers verkleinen. En de werknemer heeft geen recht op de 30% belastingvermindering op de eventuele persoonlijke aanvullende pensioenpremies voor zijn groepsverzekering die van zijn loon afgehouden werden.
Waarom die nieuwe visie?
Hoe komt de fiscale administratie er dan toe om de 80%-regel plots anders te gaan interpreteren en toepassen? Het Rekenhof publiceerde vorig jaar al een rapport waarin het stelde dat de 80%-regel aangepast moet worden. Die is volgens het Rekenhof moeilijk toe te passen en te controleren omdat een aantal parameters die onontbeerlijk zijn voor de berekening ervan nog altijd niet vastgelegd zijn bij koninklijk besluit. Francis Adyns, woordvoerder van de FOD Financiën, zegt in De Tijd dat de fiscale administratie rekening houdt met de aanbevelingen van het Rekenhof over de toepassing van de 80%-regel. Het Rekenhof gaf ook aan dat de ‘excessen' bij de aanvullende pensioenen aangepakt dienen te worden. Het Rekenhof becijferde dat in 2017, 10% van de pensioenkapitalen naar 1% van de gepensioneerden ging, terwijl 70% van de gepensioneerden samen 10% van de pensioenkapitalen ontving.
Naar een grondig pensioendebat met alle betrokken partijen?
De fiscale administratie wijzigt de spelregels terwijl het spel nog bezig is. De 80%-regel wordt al eens vergeleken met de buitenspelregel in het voetbal. Beide zijn erg belangrijk en er wordt heel wat over gediscussieerd. Beeld je in dat de toepassing van die buitenspelregel tijdens een voetbalwedstrijd plots verandert … En dat terwijl de regelgeving over de invulling van de concrete parameters van de 80%-grens zelf in gebreke blijft. Begrijpe wie het begrijpen kan.
Het bestrijden van excessen is nobel, de betaalbaarheid van de pensioenen veiligstellen op de langere termijn essentieel. De toegevoegde waarde van een aanvullend pensioen staat buiten kijf. We weten dat er een pensioenhervorming zit aan te komen. Laten we het pensioendebat in aanloop van de hervorming met alle betrokken partijen grondig voeren en pas daarna spelregels bijsturen. De 80%-regel is slechts een fractie van het debat. Maar staat symbool voor de terechte bestrijding van excessen en complexiteit en het behoud van de verworven rechten.
Aanvullend pensioen blijft erg interessant
Los van de discussie over de invulling en de controle op de 80%-regel blijft het buiten kijf staan dat de opbouw van een aanvullend pensioen altijd aangemoedigd moet worden. Je beschikt als zelfstandige over heel wat mogelijkheden om te sparen voor later. Laat deze kansen zeker niet liggen!
Je makelaar helpt je
Laat je voor de opbouw van je aanvullend pensioen begeleiden door een verzekeringsmakelaar. Die bekijkt jouw persoonlijke en je financiële situatie en bespreekt samen met jou alle opties. Hij onderzoekt ook de mogelijkheden om je fiscaal voordeel te optimaliseren en zal je tak 23-oplossingen voorstellen in lijn met je beleggingsprofiel. Heb je nog geen makelaar, dan vind je hier een makelaar in je buurt.