Het is duidelijk dat ons pensioenmodel een update nodig heeft. We hebben een systeem nodig dat niet alleen betaalbaar en eerlijk is, maar ook flexibel genoeg is om in te spelen op de veranderingen in de maatschappij en de solidariteit tussen generaties waarborgt.
Ons wettelijk pensioen: feiten en cijfers
Enkele feiten en cijfers op een rij.
- Het vertrouwen in het wettelijke pensioenstelsel is laag en neemt verder af. In 2023 gaf 67% van de Belgen onder 50 aan dat ze er weinig vertrouwen in hebben dat de overheid hun pensioen nog kan uitbetalen.
- De pensioenuitgaven stijgen snel. De kosten voor pensioenen blijven stijgen doordat er steeds meer gepensioneerden zijn én het gemiddelde pensioenbedrag groeit. Als het zo doorgaat, heeft België tegen 2050 de op twee na hoogste pensioenuitgaven van Europa.
- Korte carrières brengen ons in de problemen. In België werken we gemiddeld 34,5 jaar, een van de kortste loopbanen in Europa. Ter vergelijking: in Nederland werken ze gemiddeld 43,2 jaar, in Duitsland 39,3 jaar, en in Frankrijk 36,6 jaar. Die korte loopbanen zetten de pensioenrekeningen onder druk.
- De uitdaging zit vooral aan het einde van je loopbaan. De werkzaamheidsgraad van de 55- tot 64-jarigen steeg van 41,7% in 2013 naar 56,6% in 2022 (Eurostat, 2023b), maar er zit nog een mentale drempel bij veel 50-plussers. Vooral zelfstandigen zijn de harde werkers onder ons, met een gewenste pensioenleeftijd van gemiddeld 66 jaar (NN, 2013, 2023).
- Veel pensioenrechten worden opgebouwd zonder daadwerkelijk te werken. Wist je dat een derde van de pensioenrechten in de privésector wordt opgebouwd tijdens gelijkgestelde periodes, dus periodes waarin je niet werkt (Craeynest, 2023)? Bij zelfstandigen ligt dit aandeel veel lager, op slechts 3,6%.
- Meer en langer werken is niet genoeg. Zelfs als meer mensen langer blijven werken, zal dat volgens het Planbureau niet voldoende zijn om de groeiende groep gepensioneerden financieel te ondersteunen. Het probleem is complexer dan alleen maar meer jaren werken.
De tweede pensioenpijler: zo staat het met ons aanvullend pensioensparen
- Veel, maar zeker niet iedereen. 77% van de werknemers en 56% van de zelfstandigen bouwen actief een aanvullend pensioen op in hun huidige job (Pensionstat, 2023).
- Reserves moeten omhoog. De helft van de zelfstandigen tussen 55 en 64 jaar heeft in hun aanvullend pensioen een reserve van minder dan € 34.000 opgebouwd. Omgerekend komt dat neer op een verhoging van hun pensioen met zo’n € 90 per maand.
- De bijdragen aan het aanvullend pensioen schieten tekort. Ongeveer 76% van de werknemers haalt het bijdragepercentage van 3% niet. Zo’n 36% heeft geen tweede pensioenpijler, en 40% legt minder dan 3% in (Sigedis, 2021). Om echt comfortabel te leven na je pensioen – met 70% van het laatste loon – zou 7,5% van je loon naar je aanvullend pensioen moeten gaan (De Tijd, 2023).
- We zijn te afhankelijk van het wettelijk pensioen. In België komt meer dan 85% van het inkomen van 65-plussers uit publieke uitkeringen. Dit maakt ons enorm afhankelijk van de eerste pijler (OECD, 2023).
- Liever een kapitaaluitkering dan een rente-uitkering. Bij de uitbetaling van hun tweede pijler kiezen de meeste mensen voor een eenmalige kapitaaluitkering in plaats van een levenslange maandelijkse rente. In landen zoals Nederland is het juist gebruikelijker om een pensioen in rente te laten uitkeren.
- Onzekerheid over de 80%-regel remt de groei van IPT. De groei van de Individuele Pensioentoezegging (IPT) voor zelfstandige bedrijfsleiders stagneerde in 2022. De tweede pijler is belangrijk voor zelfstandige bedrijfsleiders om hun levensstijl te behouden wanneer ze op pensioen zijn.
NN stelt voor: zes pensioenvoorstellen
1. Vervang de pensioenleeftijd door loopbaanjaren
Het is belangrijk dat iedereen zich bewust wordt van en verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen loopbaan, waarbij het aantal gewerkte jaren de doorslag geeft. De pensioenleeftijd wordt in dit systeem een persoonlijke keuze, maar wel met financiële gevolgen. Als je eerder of later met pensioen gaat dan de standaard 45 loopbaanjaren, krijg je te maken met een bonus of malus op je pensioen. Simpel gezegd: hoe meer jaren je werkt, hoe hoger je pensioen.
Door het aantal gewerkte jaren als maatstaf te nemen, kunnen we overstappen op een ‘langleven-model’. In dit model ruil je enkele pensioenjaren in voor meer tijd en flexibiliteit tijdens je loopbaan. Je bepaalt zelf wanneer je die extra tijd opneemt en hoe je die invult. Zo kun je de extra jaren die je dankzij de stijgende levensverwachting hebt, gebruiken om meer levenskwaliteit te creëren tijdens je werkzame jaren.
2. Leg een duidelijke link tussen werk en pensioenopbouw
Het is simpel: hoe meer je werkt en verdient, hoe hoger je pensioen zou moeten zijn. Dit betekent dat elk jaar dat je werkt, meetelt voor je pensioen, zelfs als je langer doorwerkt dan de normale loopbaanduur. Dit geldt voor iedereen, of je nu ambtenaar, werknemer, zelfstandige of zelfstandige in bijberoep bent.
We stellen voor om ook de huidige eindeloopbaanregeling om te gooien: de periodes waarin iemand geen betaald werk doet – maar die toch meetellen voor het pensioen (gelijkgestelde periodes) en waarin iemand toch een inkomen krijgt – moeten vervangen worden door een flexibel deeltijdspensioen. Zo kun je makkelijker schakelen tussen voltijds en deeltijds werken, zonder meteen volledig uit de arbeidsmarkt te stappen.
3. Hervorm de manier waarop pensioenen worden berekend
Door de indexering van de pensioenen iets af te remmen en de pensioenen dus iets minder snel te laten stijgen, wordt het makkelijker om het pensioenstelsel betaalbaar te houden. Op deze manier dragen vooral de mensen met de hoogste pensioenen de lasten. Dit is een eerlijkere oplossing waarbij iedereen, zowel nu als in de toekomst, zijn steentje bijdraagt, zonder dat de nominale pensioenen worden verlaagd. Zo voorkomen we dat de lasten vooral terechtkomen bij de jongeren van vandaag.
4. Breid de mogelijkheden voor een pensioenvoorschot uit
Stel je voor dat je het geld dat je hebt opgebouwd in je tweede pensioenpijler niet alleen kunt gebruiken om je pensioen te versterken of een huis te kopen, maar ook als extra inkomen op andere momenten in je leven. Denk aan het starten van een eigen bedrijf, een studie of cursus volgen, zorgen voor een familielid, of even pauzeren om jezelf te heroriënteren en burn-out te voorkomen. Deze innovatieve aanpak geeft je meer vrijheid en flexibiliteit tijdens verschillende levensfasen.
5. Maak van de rente-uitkering de standaard
Veel mensen kiezen nu voor een eenmalige uitkering van hun pensioen, omdat de huidige regels en belastingen dat aantrekkelijk maken. Maar met de steeds hogere levensverwachting is dat misschien niet altijd de beste keuze. Door de tweede pijler om te vormen tot een langleven-pijler, waarbij je pensioen wordt uitgekeerd als een maandelijkse rente zoals in buurlanden het geval is, bereid je jezelf beter voor op een lange en gezonde levensloop. Dit zorgt voor meer persoonlijke verantwoordelijkheid over je carrière, terwijl je ook de flexibiliteit krijgt die past bij de moderne arbeidsmarkt en levensstijl.
6. Meer duidelijkheid en zekerheid
Om zelfstandigen meer zekerheid te geven over hun pensioenopbouw- en regelingen moet de 80%-regel worden herzien. Een goed doordachte en zorgvuldig uitgevoerde herziening, die zich richt op meer transparantie, eenvoudige procedures en gewaarborgde rechtszekerheid voor zelfstandigen, maakt het systeem betrouwbaarder. Dit zou uiteindelijk moeten leiden tot een breder en beter aanvullend pensioen voor iedereen.
Om de 80%-regel te herzien, zijn vier belangrijke stappen nodig:
- Actualiseer de berekening: de parameters die bepalen wat binnen de 80%-grens valt, moeten worden aangepast aan de huidige realiteit.
- Maak de formule simpeler: de formule zelf moet eenvoudiger worden, zodat elke zelfstandige, ongeacht achtergrond, ze kan begrijpen en toepassen.
- Maak vooraf een analyse: Voordat de nieuwe regel wordt ingevoerd, moet er een grondige analyse worden gedaan van de impact en de administratieve last. Zo zorgen we ervoor dat de hervorming eerlijk is, ondernemerschap ondersteunt en niemand tegenwerkt die langer wil werken.
- Zorg voor zekerheid: Een zelfstandige die op een fiscaal correcte manier zijn premies betaalt, moet er zeker van zijn dat dit ook gerespecteerd wordt bij de uitbetaling van het pensioen.
Nog vragen over je pensioen?
Check de antwoorden voor zelfstandigen >
Deze nota werd uitgewerkt door Colin Sanders (UHasselt, Indiville), Bart Veltjen (NN), Annelore Van Herreweghe (NN), Koen Van Gorp (NN) en Prof. Bart Chiau (UGent, NN)
Referenties
Craeynest, B. V. (2023). België kan beter.
Eurostat. (2023a). Duration of working life employment and unemployment (lfs). https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/view/lfsi_dwl_a$defaultview/default/table?lang=en
Eurostat. (2023b). Employment and activity by sex and age - annual data employment and unemployment(lfs). https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/view/lfsi_emp_a/default/table?lang=en
NN. (2013). Nationale Pensioenenquête 2013.
NN. (2023). Financiële Gemoedsrust Barometer. Metingen 9 & 10.
OECD. (2023). Pensions at a Glance. https://stats.oecd.org/viewhtml.aspx?datasetcode=PAG&lang=en
Pensionstat. (2023). Kerncijfers aanvullend pensioen. Geraadpleegd op 2023-12-12 op https://www.pensionstat.be/nl/kerncijfers/aanvullend-pensioen
Sigedis. (2021). Aanvullende pensioenopbouw bij werknemers in België. Deelname en hoogte van de bijdragen in 2019.
Tijd. (2023). Pensioenschok vermijden? ‘Zelfs bijdrage van 3 procent in aanvullend pensioen is ontoereikend’. De Tijd.