Met gerust gemoed
Laten we het onmiddellijk stellen: geen enkele financiële activiteit is totaal risicoloos, maar we kunnen toch gerust verklaren dat het pensioensparen één van de minst gewaagde beleggingen is. En dit is te danken aan het karakter zelf van het pensioensparen: het gaat hier niet om het beleggen van "overtollig" geld waaruit men veel rendement wenst te halen, maar wel om het geld waarmee men op latere leeftijd zal moeten leven! Toch zijn aan bepaalde vormen van pensioensparen meer risico's verbonden dan aan anderen.
Pensioenspaarverzekering = veiligheid
De veiligste vorm van pensioensparen is vanzelfsprekend de pensioenspaarverzekering. Niet alleen heeft men hier een jaarlijks minimaal gewaarborgd rendement (rond de 2,5%), er is ook een kapitaalsgarantie. Buiten een grote financiële ramp - en dan nog - heeft men weinig te vrezen. Pensioenspaarverzekeringen worden op verschillende niveaus streng in de gaten gehouden in het kader van het verzekeringswezen. Dit gebeurt door de FSMA (Financial Services and Markets Authority) of Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, de opvolger van de CBFA, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen. Zo wordt de rendabiliteit van de verzekeraars nauwlettend in de gaten gehouden, onder meer door een alarmprocedure. Verzekeraars moeten ook wettelijk voorziene reserves aanleggen, die alle toekomstige uitkeringen volledig moeten dekken. Daarenboven moeten verzekeraars beantwoorden aan strenge Belgische en Europese voorwaarden inzake de solvabiliteitsmarge. Hierdoor mag men dit zeker als behoorlijk veilig beschouwen. De prijs voor deze zekerheid is echter dat het rendement - vergeleken met dat van bepaalde pensioenspaarfondsen - tamelijk teleurstellend is, zeker wanneer er inflatie is.
Pensioenspaarfonds: iets minder veilig
Hoe zit het nu met het risico gebonden aan pensioenspaarfondsen? Pensioenspaarfondsen, in feite beleggingsfondsen waarin men investeert, zijn per definitie gewaagder dan pensioenspaarverzekeringen. Zo'n fonds investeert in aandelen en obligaties en is bijgevolg afhankelijk van de schommelingen op de beurs. Maar ook hier bestaan er verschillende soorten. Wie minder risico wenst te lopen, maar toch geneigd is om te opteren voor een pensioenspaarfonds, kan altijd kiezen voor defensieve pensioenspaarfondsen, waarbij de beleggingen misschien minder renderen, maar veiliger zijn. Aan het andere uiteinde zijn er dan dynamische pensioenspaarfondsen, waarbij het risico hoger ligt. Deze zijn per definitie eerder voorbehouden voor jonge pensioenspaarders, die nog ver van de pensioenleeftijd zijn, en die dus over meer tijd beschikken om eventuele verliezen goed te maken. Het is altijd mogelijk om de samenstelling van het pensioenspaarfonds aan te passen aan het beleggersprofiel van de spaarder.
We kunnen dus rustig verklaren dat wie enigszins veilig speelt, niet veel te vrezen heeft voor het geld dat hij of zij voor zijn/haar pensioen weggelegd heeft.