Part-time work and self-employment as a supplementary profession

We have already discussed many aspects of the status of self-employed person as a supplementary profession. We have seen that it is not so difficult to become self-employed as a supplementary profession, provided that you follow certain rules and complete the required formalities. However, there are some restrictions. One may therefore wonder whether it is possible to be self-employed as a supplementary profession when working part-time.

The main condition

The main condition for becoming self-employed as a supplementary profession - with the emphasis on "supplementaryprofession" - is to have a mainactivity.  A main activity refers to a professional activity for an employer, or the receipt of replacement income from a former professional activity as an employee or civil servant. This main activity must be at least equal to part-time work. Or, more precisely, this activity must be at least equal to half the number of working hours worked by a full-time employee in the same company or in the same sector of activity. Since most people in Belgium work 38 hours a week, it is usually sufficient to have an employment contract of 19 hours or more to be able to carry out a supplementary activity. Note that in the case of certain professions with different schedules, there are other criteria: for example, an appointed teacher must have 60% of a full schedule in order to be authorised to carry out a complementary activity, while a contractual teacher must have only 50% of a full schedule.

Part-time work: part-time or more

The above paragraph makes it clear that there are no restrictions for those who work part-time or more. They may therefore continue to work as people who are self-employed as a supplementary profession, or even start as self-employed people with this status. There are no restrictions for those who have half of a full schedule or more.

Part-time work: lesst han a part-time contract  

A distinction must be made here. Becomingself-employed as a supplementary profession is not the same as remaining/being self-employed as a supplementary profession. The rules for a self-employed person who has less than a part-time contract are similar to those for unemployed people who are self-employed as a supplementary profession.  This therefore implies the following: a person who is self-employed as a supplementary profession before his or her part-time contract can continue to exercise his or her supplementary activity and receive unemployment benefits, under certain strict conditions, which we have already mentioned above.
For those who work less than half time and wish to become self-employed on a supplementary basis, the situation is a little more difficult. Unless there is an exception, he/she will not be able to start this supplementary activity while receiving unemployment benefits. In principle, you cannot start a self-employed activity on a supplementary basis if you receive unemployment benefits, unless you are 61 years old or more (with 42 years of career) and benefit from an exemption as an older unemployed person. There is also an exception if you start an artistic activity with the prior authorisation of ONEm. If this is not the case, you could be considered as self-employed as a main profession, with your part-time schedule as a supplementary activity. A contract with  less than half of a full-time schedule will not be considered as a main activity. In this case, the situation is completely reversed.

Apart from unemployment benefits, it is also important to take into account income ceilings for supplementary activities. Anyone who earns too much will be considered as being self-employed as a main profession.

In any case, there are two main principles to be respected in order to avoid problems. First of all, everything must be declared. Then, it is strongly recommended to receive the assistance and advice of a person who is familiar with the regulations (ONEm, social secretariat, social security fund, trade union, etc.).


Self-employed as a main or supplementary profession? NN has the right solution for you for a supplementary pension.

bbm_129944687_20.jpg
In this article

    Vandaag hebben de (onderwijs)bonden het werk neergelegd om pensioenmaatregelen, zoals voorgesteld in de supernota van De Wever, te blokkeren. Hoewel overgangsmaatregelen natuurlijk altijd noodzakelijk zijn voor leerkrachten op een boogscheut van hun pensioen, is een volledige afwijzing van de hervormingen niet de oplossing. Het is niet meer van willen, de volgende regering moét de Belgische pensioenen onder handen nemen. In zijn meest recente cijfers voorspelt de Studiecommissie voor de Vergrijzing dat de pensioenuitgaven bij ongewijzigd beleid zullen stijgen van 11.2% van het bbp in 2023 tot 12.3% in 2029 en 13,7% in 2070 (SCvV, 2024). De extra kosten bedragen ruim 14 miljard euro, waarvan ruim 6 miljard nog voor 2030 komen. Dit maakt duidelijk dat snel ingrijpen noodzakelijk is. Stilstand leidt alleen maar tot een nog groter probleem, dat later met nog zwaardere maatregelen zal moeten worden aangepakt. 


    De huidige pensioenregeling legt een steeds zwaardere druk op de samenleving. We werken te kort om daarna te lang van een pensioen te genieten: gemiddeld 34,5 jaar werken om daarna 24 jaar van ons pensioen te genieten (Eurostat 2022). Ter vergelijking: Nederland registreert een gemiddelde loopbaanduur van 43,2 jaar, Duitsland van 39,3 jaar, en Frankrijk van 36,6 jaar. 

    De supernota biedt drie sleutels om dit aan te pakken: 

    1. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must: om de kosten te drukken, moeten we pensioenrechten sterker koppelen aan het aantal gewerkte jaren via een bonusmalus-systeem. Zo kunnen we langere loopbanen stimuleren zonder een harde verplichting op te leggen. Het is hierbij noodzakelijk om pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen gelijk te trekken. Op dit moment krijgen leerkrachten gunstigere voorwaarden (tantièmes) waardoor ze 41-42 jaar moeten werken voor een volledige loopbaan, terwijl werknemers in de privé 45 jaar moeten werken voor lagere pensioenen. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must. Het doel zou moeten zijn dat iedereen 45 jaar werkt. De voorgestelde harmonisering tussen de pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen past hierin. Dit is al lang een punt van discussie. Te lang. 

    2. Duidelijker verband tussen arbeid en pensioenopbouw: de afbouw van gelijkgestelde periodes voor brugpensioen, landingsbanen en langdurige werkloosheid is een noodzakelijke maatregel. Mensen moeten gestimuleerd worden om actief te blijven, en deze inactiviteit mag niet langer gelijkstaan aan werk. Dit is uiteraard een moeilijke keuze, maar wel de juiste. 

    3. Hervorm de berekening van de huidige pensioenen: met enkel meer en langer werken, redden we het niet. De regeringsonderhandelaars kijken terecht naar de huidige pensioenen. Hoewel er hier belangrijke stappen worden gezet, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van de perequatie, kan de reële groei van de hoogste pensioenen nog verder worden getemperd. Dit zou zorgen voor een eerlijkere verdeling van de lasten tussen jongere en oudere generaties, zonder dat de nominale pensioenen dalen.

    Een oproep tot redelijkheid

    De zorgen van de onderwijsbonden zijn begrijpelijk: niemand wil een hervorming die hun pensioenrechten plots en zonder nuance aantast. Maar hervormingen hoeven niet oneerlijk te zijn. Overgangsmaatregelen kunnen en moeten ervoor zorgen dat mensen de tijd krijgen om zich  aan te passen en aanvullende pensioenpijlers op te bouwen. Wat echter niet kan, is een complete afwijzing van elke hervorming. Zo maken we alleen maar een onmogelijk hoge rekening voor onze jongere generaties die ze op termijn niet meer gaan kunnen betalen. Politieke moed zal nodig zijn om het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Maar pensioenhervorming mag geen taboe zijn. Het is een kans om een eerlijker, duurzamer en realistisch systeem te creëren dat werkt voor iedereen. Laten we die kans grijpen! 


    Martijn Hoogeweegen, CEO van levensverzekeraar NN
    Colin Sanders, wetenschappelijk medewerker, UHasselt en longevity specialist voor NN 
    Bart Chiau, professor faculteit Economie, UGent en verzekeringsexpert van NN

    Share this article