Je vennootschap betaalt de premies voor je IPT
Je vennootschap sluit de individuele pensioentoezegging af. Dat betekent dat je vennootschap de verzekeringnemer is en ook de premies betaalt. Jijzelf bent de begunstigde. Zelfs als je bedrijf failliet zou gaan, dan nog is de reserve van je IPT verworven.
Je vennootschap kan de premies voor je IPT aftrekken als beroepskost. Dat gebeurt binnen de 80%-regel. Die regel zegt dat jouw pensioen (de som van je wettelijk en aanvullend bedrijfspensioen) niet hoger mag liggen dan 80% van je laatste normale maandelijkse en regelmatig brutobezoldiging.
Je makelaar kan dus, samen met je boekhouder, perfect berekenen hoeveel premie je vennootschap in je IPT kan storten om fiscaal een maximaal voordeel te genieten. Opgelet, als je vennootschap toch een bedrag stort dat hoger ligt dan de 80%-grens, dan zal het teveel betaalde bedrag niet in aanmerking komen voor aftrek. Belangrijk is ook dat je een maandelijks en regelmatig inkomen uitgekeerd krijgt. Nog een extra aandachtspunt: in 2022 werd er een circulaire gepubliceerd door de fiscale administratie, waarin aangekondigd werd dat de berekening van de 80%-grens gewijzigd werd. Dit zorgde er evenwel voor dat de ruimte binnen die 80%-grens voor een IPT lager kwam te liggen dan voordien.
Backservice of inhaalpremie is erg interessant
Extra voordelig aan een IPT is de backservice. Zo kan je de fiscale ruimte die je in de voorbije jaren (maximaal tien jaar, ook de jaren buiten vennootschap) niet benut hebt, alsnog invullen door extra premies te storten. We geven een voorbeeld waarin dit handig kan zijn.
Je bent al een tijdje zelfstandig en je vennootschap betaalt jaarlijks de premie voor je IPT. Op een bepaald moment verhoog je je loon dat je vennootschap je maandelijks uitkeert. Door die verhoging schuift de 80%-grens op en kan je een hogere premie voor dat jaar storten (een inhaalbeweging binnen je vennootschap). Maar daarnaast kan je via een backservice ook de extra ruimte voor de voorbije jaren fiscaal benutten.