Een Individuele Pensioentoezegging kan gesloten worden ten voordele van een zelfstandige bedrijfsleider of ten voordele van werknemers. Een belangrijk verschil met de groepsverzekering bestaat erin dat een bedrijf met de Individuele Pensioentoezegging precies kan bepalen aan wie het een extralegaal voordeel wil toekennen. Er moet geen categorie van begunstigden vastgelegd worden, evenmin is er sprake van verplichte toetreding.
Het is het bedrijf dat de Individuele Pensioentoezegging onderschrijft, en dus ook de premies betaalt. De vennootschap mag die premies aftrekken als beroepskost, op voorwaarde dat daarbij de zgn. 80%-regel nageleefd wordt. Die houdt in dat het wettelijke pensioen en het aanvullende bedrijfspensioen samen niet hoger mogen liggen dan 80% van de laatste brutobezoldiging van de begunstigde tijdens diens actieve loopbaan. Als het bedrijf deze regel aan zijn laars lapt, dan vervalt de aftrekbaarheid van de premies.
De troeven van een Individuele Pensioentoezegging voor zelfstandigen
Zelfstandige bedrijfsleiders met een vennootschap beschikken met de Individuele Pensioentoezegging over een erg interessant product om een aanvullend pensioen op te bouwen.
Zo is eerst en vooral de fiscaliteit erg aantrekkelijk, zeker als we die vergelijken met een traditionele loonsverhoging. Daarnaast liggen de sociale bijdragen in dit verband een stuk lager en geniet de zelfstandige een voordelige eindbelasting op het kapitaal van 16,5%. Kortom, de IPT is een fiscaal erg voordelige manier voor de bedrijfsleider om geld uit zijn vennootschap te halen.
Voorts kan de zelfstandige ook gebruik maken van een zgn. backservice. Dit betekent dat hij bijkomende stortingen kan doen voor de ruimte die nog beschikbaar is onder de 80%-grens. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer het loon van de zelfstandige verhoogt, of wanneer hij eerst als werknemer aan de slag was (zonder opbouw van een aanvullend bedrijfspensioen) en pas na enkele jaren zelfstandige werd.
De Individuele Pensioentoezegging komt tevens rechtstreeks ten gunste aan de bedrijfsleider. Zijn rechten blijven te allen tijde verworven, zelfs bij een faillissement.
Zijn er meerdere zelfstandige bedrijfsleiders, dan is de IPT een zeer interessante piste. Zoals de naam al zegt, gaat het om en individuele toezegging, die met andere woorden op maat van elk individu afgesloten kan worden.
Tevens kan de vennootschap de polis aanpassen op maat van de behoeften van de begunstigde, bijvoorbeeld door aanvullende waarborgen te onderschrijven: premievrijstelling, uitkering van een invaliditeitsrente, een overlijdenskapitaal …
De IPT kan ten slotte ook gecumuleerd worden met een groepsverzekering of een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ).
De vennootschap kan de premies voor de Individuele Pensioentoezegging aftrekken als beroepskost, op voorwaarde dat daarbij de zgn. 80%-regel nageleefd wordt. Die zegt dat het wettelijke pensioen en het aanvullende bedrijfspensioen samen niet hoger mogen liggen dan 80% van de laatste brutobezoldiging van de begunstigde tijdens diens actieve loopbaan. Wordt deze regel niet gevolgd, dan vervalt de aftrekbaarheid van de premies.
Waarom kiezen voor een Individuele Pensioentoezegging voor loontrekkenden?
Zowat iedereen ken het fenomeen van de groepsverzekering. De Individuele Pensioentoezegging beoogt een gelijkaardig doel (de opbouw van een aanvullend pensioen), maar heeft een wat minder strak keurslijf dan de groepsverzekering. Dit geeft het bedrijf de kans om bepaalde key-medewerkers extra te motiveren en te binden aan de onderneming.
Wat zijn de belangrijkste voordelen voor de werknemer? Hij krijgt een aanvullend pensioen, met een voordelige eindbelasting en waarbij hij kan kiezen voor een uitkering in kapitaal of in rente. In vergelijking met de Individuele Pensioentoezegging voor zelfstandigen zijn er wel enkele beperkingen ingebouwd. Zo mag een werkgever slechts op “niet-stelselmatige” wijze Individuele Pensioentoezeggingen sluiten en mag hij dat evenmin doen binnen drie jaar vóór de (brug)pensionering van de werknemer. Een nadeel voor de werknemer is dan weer dat het overlijdenskapitaal niet vrijgesteld is van successierechten.
En wat zijn de belangrijkste pluspunten voor het bedrijf? Eerst en vooral kan het bedrijf zelf kiezen wie er een Individuele Pensioentoezegging krijgt. Niet een volledige categorie van werknemers, maar welbepaalde (individuele) personeelsleden. Daarnaast kan het bedrijf de premies aftrekken als beroepskost, al gelden op dit vlak enkele beperkingen. Zo is er niet alleen de 80%-regel, maar wordt ook een plafond opgelegd van € 2.160 (aanslagjaar 2012) per jaar per werknemer. Als een onderneming hogere premies betaalt, dat wordt dit surplus beschouwd als een verworpen uitgave. De uiteindelijke pensioenuitkering voor de werknemer is echter wel steeds volledig belastbaar.