Midden juni 2021 besliste de regering dat de berekening van het wettelijk pensioen van zelfstandigen gelijkgeschakeld zou worden met dat van werknemers, en dit sinds 1 januari 2021. Hoewel toen al duidelijk was dat de afschaffing van de correctiecoëfficiënt gevolgen zou hebben, bleef het gissen naar de concrete invulling ervan. Die kwam er als donderslag bij een klare hemel … negen maanden later.
De fiscale circulaire van 31 maart zorgt voor een nieuwe berekeningswijze waarop het wettelijk pensioen in de 80%-regel geschat wordt en treedt retroactief in werking vanaf 2021. De circulaire riep meer vragen dan antwoorden op, vooral dan over de gestorte premies van 2021. Het addendum van 29 augustus toont wat begrip voor de bezorgdheden uit de sector en laat enige administratieve tolerantie toe. Het teveel aan gestorte premies in 2021 en 2022 mag, mits correcte boekhoudkundige invulling, als voorschot worden beschouwd op de premie van 2023 en volgende jaren. Daarmee zijn echter nog niet alle pijnpunten uit de weg geruimd.
De uitwerking hiervan leidt immers ook tot een enorme administratieve overlast bij alle betrokken partijen, zonder dat er zekerheid bestaat dat deze procedure niet opnieuw herhaald moet worden bij een volgende pensioenhervorming of weer een andere interpretatie van de fiscus.
Verwondering troef
Dit relaas toont aan dat ook een goed bedoelde maatregel, het gelijkstellen van de pensioenen van zelfstandigen met dat van werknemers, kan uitmonden in ondoordachte gevolgen die de rechtszekerheid en het vertrouwen ondergraaft.
Het blijft verwonderen
- dat er op pensioenvlak beslissingen en maatregelen met terugwerkende kracht ingevoerd worden. De normale gang van zaken is dat een beslissing pas later van kracht wordt en er in overgangsmaatregelen voorzien wordt.
- dat enerzijds de overheid werkt aan administratieve vereenvoudiging, maar anderzijds departementen, zoals de fiscale administratie, over de volledige vrijheid beschikken om een administratieve ravage te ontketenen zonder dat de mogelijke impact ervan vooraf in kaart wordt gebracht.
- dat deze belastingadministratie weerom op eender welk moment vrij kan beslissen over de invulling van de parameters bij de berekening van de 80%-grens.
Concreet stappenplan nodig
We roepen de ministers van Financiën en Pensioenen op om vóór het einde van deze legislatuur een concreet stappenplan uit te tekenen voor een globale herwerking van de 80%-regel, zonder de basisgedachte ervan te wijzigen.
Dit plan moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
- De parameters in de berekening van 80%-grens moeten geactualiseerd worden.
- De formule zelf dient vereenvoudigd te worden, zodat ze ook voor de gewone zelfstandige, begrijpbaar wordt.
- Vóór de invoering ervan moet er een impact- en lastenanalyse uitgevoerd worden. De impactanalyse bewaakt het feit dat de hervorming billijk en adequaat is. De lastenanalyse geeft de optimale procedure aan om de wijzigingen door te voeren.
- De 80%-regel moet rechtszekerheid bieden. Zelfstandigen moeten erop kunnen vertrouwen dat, als ze fiscaal correct handelen op het moment van de storting van de premies, dit ook zo beschouwd wordt tot op het moment van uitbetaling.
Frank Eijsink, CEO van NN
Bart Chiau, Professor Faculteit Economie, UGent
Colin Sanders, Wetenschappelijk medewerker, UHasselt
Meer weten over de 80% regel? Lees hier verder.