Sociale zekerheid voor zelfstandigen: jouw sociale vergoedingen

Als zelfstandige word je via de sociale zekerheid minder goed beschermd dan werknemers. Maar wat houdt de bescherming voor ondernemers precies in? En hoe kan je er zelf voor zorgen dat de lacunes in de sociale zekerheid opgevangen worden?

sociale bescherming protection sociale
In dit artikel

    Er komen in ons land steeds meer zelfstandigen bij. Eind 2023 telde België 1.279.170 zelfstandigen. 62% daarvan zijn zelfstandige in hoofdberoep, 26% in bijberoep en 12% zijn gepensioneerden die een zelfstandige activiteit uitoefenen (Bron: RSVZ).

    Opvallend is dat 64% van de zelfstandigen mannen zijn, al is de groei de laatste jaren sterker bij vrouwen. Sinds 2017 is het ook mogelijk om voor het statuut van student-ondernemer te kiezen. Eind 2023 hadden al 8.636 studenten hiervoor geopteerd.

     

    Wat zijn sociale bijdragen?

    Sociale bijdragen voor werknemers vs. zelfstandigen

    Zowel werknemers als zelfstandigen betalen sociale bijdragen. Daarmee bouwen ze sociale rechten op. Toch is er een duidelijk verschil tussen beide stelsels:

    • Bij werknemers wordt de bijdragelast verdeeld. De werknemer betaalt zelf 13,07%, de werkgever om en bij 25%. Bij zelfstandigen is er geen sprake van een verdeling: zij betalen de sociale bijdragen volledig zelf.
    • Voor zelfstandigen geldt er een inkomensgrens van € 107.300,30 (2024). Op inkomsten boven die grens betaal je als zelfstandige geen sociale bijdragen meer. Voor werknemers is er geen inkomensgrens van toepassing.
    • De sociale bijdragen voor zelfstandigen zijn degressief (zie in de tabel hieronder), voor werknemers is dat niet het geval.
    • Ook de berekeningsgrondslag verschilt: bij werknemers is dat het brutoloon zonder inhouding, voor zelfstandigen het belastbaar netto-inkomen (waarbij dus je beroepskosten en bijvoorbeeld ook je VAPZ-bijdragen in mindering gebracht zijn).
    • Als je als werknemer sociale bijdragen betaalt, dan dekt dit alle sectoren van de sociale zekerheid: pensioen, werkloosheid, arbeidsongevallenverzekering, beroepsziektenverzekering, ziekte- en invaliditeitsverzekering, gezinsbijslag, moederschapsuitkering, … Voor zelfstandigen is dit beperkt tot het groeipakket (de vroegere kinderbijslag), uitkeringen bij medische kosten en arbeidsongeschiktheid, het pensioen en de faillissementsverzekering.

    Zelfstandigen moeten zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en betalen sociale bijdragen per kwartaal. Daarnaast sluiten zelfstandigen zich aan bij een ziekenfonds.

     

    Hoe worden sociale bijdragen berekend voor zelfstandigen?

    De sociale bijdragen voor zelfstandigen worden berekend op basis van inkomensschijven.

    Kwartaalbijdragen voor zelfstandigen in hoofdberoep (2024, excl. beheerskosten, die gemiddeld om en bij 4% bedragen). Bron: Sociale bijdragen zelfstandigen 2024 | Federale Overheidsdienst - Sociale Zekerheid (belgium.be)

    Inkomensschijven

    Sociale bijdragen per kwartaal

    ≤ € 16.861,46

    € 864,15

    € 16.861,46 tot € 72.810,95

    20,50%

    € 72.810,95 tot € 107.300,30

    14,16%

    > € 107.300,30

    0%

    Maximumbijdrage per kwartaal

    € 4.952,48

     

    Hoe worden sociale bijdragen berekend voor vennootschappen?

    Ook vennootschappen moeten zich trouwens aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en een (jaarlijkse) bijdrage betalen. Die wordt berekend in functie van het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar van de vennootschap.

    • Ligt het balanstotaal in 2022 niet hoger dan € 831.990,83, dan is dat € 387,34.
    • Boven deze grens is het € 967,52.

    De eerste twee boekjaren betaalt een vennootschap €387,34.

     

     

    Welke sociale rechten heb je als zelfstandige?

    Door het betalen van de sociale bijdragen krijg je als zelfstandige recht op socialezekerheidsprestaties, zoals ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, het groeipakket, wettelijk pensioen en een sociale verzekering in geval van faillissement. Dit laatste is een overbruggingsrecht. “Globaal bekeken wordt een zelfstandige veel minder goed beschermd via de sociale zekerheid dan een werknemer”, zegt Bart Chiau, verzekeringsexpert bij NN en professor aan de faculteit Economie van de UGent.

    We gaan eerst dieper in op het wettelijk pensioen, daarna bespreken we in detail wat er gebeurt bij arbeidsongeschiktheid.

     

    Het wettelijk pensioen

    Het rustpensioen

    We leven steeds langer. Dit maakt ook dat de kans reëel is dat je pensioenperiode vrij lang duurt, bijvoorbeeld 20 jaar of meer. Bart Chiau: “Onder andere door de vergrijzing staat dit wettelijk rustpensioen onder druk. Met je wettelijk rustpensioen alleen zal je dan ook niet in staat zijn om je volledige pensioenperiode financieel te overbruggen en je levensstandaard van vóór je pensionering te behouden. Dat blijkt ook uit de cijfers van het gemiddelde wettelijk rustpensioen. Die liggen een stuk lager voor zelfstandigen dan voor werknemers.” Voor werknemers bedraagt het gemiddelde wettelijk brutopensioen € 1.615, terwijl dit voor zelfstandigen slechts € 1.156 is (Pensionstat, 2023).

    Daarom is het belangrijk om als ondernemer zelf te sparen voor een aanvullend pensioen. Als zelfstandige beschik je hierbij over heel wat mogelijkheden:

    Daarnaast kan je ook aan pensioensparen en langetermijnsparen doen. Al deze oplossingen bieden je onder bepaalde voorwaarden een fiscaal voordeel. Ten slotte kan je ook sparen voor een extra pensioenkapitaal zonder fiscaal voordeel, bijvoorbeeld via een tak 23-levensverzekering.

    Vanaf 2021 is de berekening van het wettelijk pensioen van zelfstandigen gelijkgesteld met dat van werknemers. Dit geldt evenwel enkel voor de jaren na deze wetswijziging. Daartegenover staat dat zelfstandigen sinds enkele jaren iets minder kunnen sparen voor hun aanvullend pensioen, door een aanpassing in de berekening van de 80%-regel. Die zegt dat de som van het wettelijk pensioen en het aanvullend pensioen niet hoger mag zijn dan 80% van de laatste normale bezoldiging.

    Ook positief is dat het wettelijk minimumpensioen voor zelfstandigen opgetrokken is tot het niveau van de werknemers. Het gegarandeerd minimumbrutopensioen bedraagt sinds 1 mei 2024  € 1.773,35 per maand. Deze cijfers gelden evenwel enkel voor wie een volledige loopbaan achter de rug heeft, wat neerkomt op 45 jaar. Bij de meeste mensen is dit minder, wat betekent dat het minimumpensioen moet vermenigvuldigd worden met een breuk: het aantal loopbaanjaren gedeeld door 45.

    Maar wie 45 jaar heeft gewerkt, kan rekenen op het onderstaande minimumpensioen. Hou hier vooral rekening met het alleenstaandenpensioen. In de praktijk komt het gezinspensioen bij nieuwe gepensioneerden nauwelijks nog voor.

    Maandelijks minimum- en maximumpensioen – volledige loopbaan van 45 jaar (brutobedragen op 01.05.2024). Deze bedragen worden geïndexeerd.

     

    Gewaardborgd minimumpensioen

    Maximumpensioen

    Gezin

    € 2.215,99

    € 2.589,19

    Alleenstaande

    € 1.773,35

    € 2.071,35

    Bron: RSVZ, juni 2024

    Nog in de tabel valt het kleine verschil op tussen het maximum- en minimumpensioen. Wil je als zelfstandige je levensstandaard na je pensionering behouden, doe je er goed aan om zelf een aanvullend pensioen op te bouwen.

     

    Het overlevingspensioen

    Het overlevingspensioen wordt berekend op basis van het pensioen van de overleden partner volgens het gezinspensioen. Het overlevingspensioen komt immers overeen met 80% van het gezinspensioen. Het is enkel mogelijk voor gehuwde partners, niet voor wettelijk of feitelijk samenwonenden. Hier lees je meer over de voorwaarden om een overlevingspensioen te krijgen.

    Het overlevingspensioen wordt dus enkel toegekend onder strikte voorwaarden. Ben je als zelfstandige nog ver verwijderd van je pensioen, dan kan je in je pensioenplan(nen) een extra waarborg overlijden opnemen of een afzonderlijke overlijdensverzekering nemen. Beide zorgen ervoor dat je nabestaanden financieel verder kunnen na je overlijden.

     

    Je rechten bij arbeidsongeschiktheid

    De ziekte- en invaliditeitsverzekering

    Als zelfstandige ben je wettelijk verzekerd tegen grote (bv. ziekenhuisopname) en kleine risico’s (bezoek aan de huisarts, tandarts, …), net zoals werknemers. Ben je gedurende een tijd arbeidsongeschikt, door ziekte of een ongeval, dan heb je als zelfstandige recht op een uitkering. Dit geldt ook bij mentale aandoeningen, zoals burn-out of depressie.

    Wie langer dan 7 dagen arbeidsongeschiktheid krijgt een vaste vergoeding vanaf de dag dat de arts het “getuigschrift van werkonbekwaamheid” ondertekent. Hoeveel dit bedrag is, hangt af van je gezinssituatie en volgt het regime van zes dagen per week.

    Uitkeringen in arbeidsongeschiktheid (per dag,voor een 6-dagenweekregeling, sinds 1/5/2024):

     

    Met persoon ten laste

    Alleenstaande

    Samenwonende

    Zelfstandige (forfaitaire uitkering)

    € 77,95

    € 61,77

    ​€ 47,38

    Loontrekkende (maximumbedrag, invalide vanaf 1/01/2024)

    € 116,70

    € 98,75

    € 71,82

    Bron: Riziv, juni 2024. Deze bedragen worden regelmatig geïndexeerd.

    De situatie voor werknemers is helemaal anders. Loontrekkende krijgen de eerste maand hun loon volledig doorbetaald door de werkgever. Daarna krijgen ze 60% van hun loon gedurende elf maanden. Vanaf het tweede jaar is dat 65% met een persoon te laste, 55% als je alleenstaande bent, en 40% als je samenwoont zonder persoon ten laste. Opnieuw is de bescherming van werknemers dus beter dan die van zelfstandigen.

    Waarschijnlijk zullen deze bedragen niet volstaan om alle lopende kosten en leningen te blijven betalen. Daarom neem je best een verzekering Gewaarborgd Inkomen. Die keert je een maandelijks bedrag uit als je een tijd arbeidsongeschikt bent.

     

    Ontdek hier alle oplossingen van NN voor een betere bescherming voor zelfstandigen.

     

     

    Deel dit artikel