Pension savings plan: what happens in the event of death?

You make payments towards your pension savings plan for many years, but die before being able to take advantage of it. Who will receive your capital? And what role will the tax authorities play in this?

Capital

The capital which will be distributed among your heirs after your death will depend on the type of pension savings plan. The savings from a pension savings fund will provide an amount calculated as follows:

premiums paid + added value - fees - tax

The savings from a pension savings insurance will provide an amount calculated as follows:

premiums paid + (guaranteed) rate + possible bonus with branch 21 - fees - tax

Tax benefit,but...

A pension savings plan entitles you to a tax benefit. In 2018, you were able to make payments of up to 1,230 euros in order to obtain a tax benefit. In exchange, when you turn 60, you will have to pay an 8% tax (advance payment) on the capital saved. This tax applies to the payments made after 1993. For the payments before 1993, the tax rate is 16.5%. After your 60th birthday, it will still be possible for you to save until age 64 without having to pay any taxes, while maintaining your tax benefit.

The age of death of the person will therefore determine the amount of tax. In the event of death after age 60, the advance payment will already have been paid and the tax authorities will have received their share. In the event of death before age 60, the advance payment will have to be paid at the time of death.

Inheritance tax

After the person's death, the capital saved will be distributed among the heirs. If the deceased had a pension savings fund, the capital saved becomes part of the estate and the heirs will have to pay inheritance tax on it. The capital saved with pension savings insurance will not become part of the estate, but will nevertheless be subject to inheritance tax.

When the testator dies, his/her accounts are blocked so that the distribution of assets is carried out in favour of the heirs. First, the financial institution will have to communicate all bank assets and debts to the tax authorities. Afterwards, the bank will make the money available to the heirs.

Beneficiaryin the event of...

If you save for retirement with a pension savings insurance policy, you must designate the beneficiary of the capital in your contract.

The beneficiary in the case of survival: this will be you.

The beneficiary in the case of death: you must designate someone who will receive the capital from your insurance company when you die. In order to receive a tax benefit on your pension savings insurance, the beneficiary in the case of death must be as follows:

·      for pension savings insurance which is not used as a guarantee or for the reconstitution of a mortgage loan: the spouse or the legal cohabitant, or relatives up to the second degree;

·      for pension savings insurance which is used as a guarantee or for the reconstitution of a mortgage loan: the people who, following the death of the insured, acquire full ownership or usufruct of the property and for the rest of the capital, the spouse, legal cohabitant or relatives up to the second degree.

With a pension savings fund, the capital saved becomes part of the estate directly.


Your broker will be happy to answer all of your questions regarding pension savings. Here, you may find out everything you need to know about NN pension savings insurance

bbm_gettyimages-681894665.jpg
In this article

    Vandaag hebben de (onderwijs)bonden het werk neergelegd om pensioenmaatregelen, zoals voorgesteld in de supernota van De Wever, te blokkeren. Hoewel overgangsmaatregelen natuurlijk altijd noodzakelijk zijn voor leerkrachten op een boogscheut van hun pensioen, is een volledige afwijzing van de hervormingen niet de oplossing. Het is niet meer van willen, de volgende regering moét de Belgische pensioenen onder handen nemen. In zijn meest recente cijfers voorspelt de Studiecommissie voor de Vergrijzing dat de pensioenuitgaven bij ongewijzigd beleid zullen stijgen van 11.2% van het bbp in 2023 tot 12.3% in 2029 en 13,7% in 2070 (SCvV, 2024). De extra kosten bedragen ruim 14 miljard euro, waarvan ruim 6 miljard nog voor 2030 komen. Dit maakt duidelijk dat snel ingrijpen noodzakelijk is. Stilstand leidt alleen maar tot een nog groter probleem, dat later met nog zwaardere maatregelen zal moeten worden aangepakt. 


    De huidige pensioenregeling legt een steeds zwaardere druk op de samenleving. We werken te kort om daarna te lang van een pensioen te genieten: gemiddeld 34,5 jaar werken om daarna 24 jaar van ons pensioen te genieten (Eurostat 2022). Ter vergelijking: Nederland registreert een gemiddelde loopbaanduur van 43,2 jaar, Duitsland van 39,3 jaar, en Frankrijk van 36,6 jaar. 

    De supernota biedt drie sleutels om dit aan te pakken: 

    1. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must: om de kosten te drukken, moeten we pensioenrechten sterker koppelen aan het aantal gewerkte jaren via een bonusmalus-systeem. Zo kunnen we langere loopbanen stimuleren zonder een harde verplichting op te leggen. Het is hierbij noodzakelijk om pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen gelijk te trekken. Op dit moment krijgen leerkrachten gunstigere voorwaarden (tantièmes) waardoor ze 41-42 jaar moeten werken voor een volledige loopbaan, terwijl werknemers in de privé 45 jaar moeten werken voor lagere pensioenen. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must. Het doel zou moeten zijn dat iedereen 45 jaar werkt. De voorgestelde harmonisering tussen de pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen past hierin. Dit is al lang een punt van discussie. Te lang. 

    2. Duidelijker verband tussen arbeid en pensioenopbouw: de afbouw van gelijkgestelde periodes voor brugpensioen, landingsbanen en langdurige werkloosheid is een noodzakelijke maatregel. Mensen moeten gestimuleerd worden om actief te blijven, en deze inactiviteit mag niet langer gelijkstaan aan werk. Dit is uiteraard een moeilijke keuze, maar wel de juiste. 

    3. Hervorm de berekening van de huidige pensioenen: met enkel meer en langer werken, redden we het niet. De regeringsonderhandelaars kijken terecht naar de huidige pensioenen. Hoewel er hier belangrijke stappen worden gezet, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van de perequatie, kan de reële groei van de hoogste pensioenen nog verder worden getemperd. Dit zou zorgen voor een eerlijkere verdeling van de lasten tussen jongere en oudere generaties, zonder dat de nominale pensioenen dalen.

    Een oproep tot redelijkheid

    De zorgen van de onderwijsbonden zijn begrijpelijk: niemand wil een hervorming die hun pensioenrechten plots en zonder nuance aantast. Maar hervormingen hoeven niet oneerlijk te zijn. Overgangsmaatregelen kunnen en moeten ervoor zorgen dat mensen de tijd krijgen om zich  aan te passen en aanvullende pensioenpijlers op te bouwen. Wat echter niet kan, is een complete afwijzing van elke hervorming. Zo maken we alleen maar een onmogelijk hoge rekening voor onze jongere generaties die ze op termijn niet meer gaan kunnen betalen. Politieke moed zal nodig zijn om het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Maar pensioenhervorming mag geen taboe zijn. Het is een kans om een eerlijker, duurzamer en realistisch systeem te creëren dat werkt voor iedereen. Laten we die kans grijpen! 


    Martijn Hoogeweegen, CEO van levensverzekeraar NN
    Colin Sanders, wetenschappelijk medewerker, UHasselt en longevity specialist voor NN 
    Bart Chiau, professor faculteit Economie, UGent en verzekeringsexpert van NN

    Share this article