I am going to work part time. How will this affect my pension?

People who work do not necessarily work full time. A significant part of the working population has part-time jobs. Working part-time may be a choice, and may also be a way to avoid unemployment. 

Some people work their entire career part-time, other people do so for a given period, for example when their children are young or while they take care of a parent who is ill. Statistically, a large part of future retired people will have worked part-time at one time or another during their career. It is therefore justifiable to ask the following question: How will part-time work affect my pension?  

Impact on the statutory pension

If a person starts working part-time in order to avoid unemployment, this will not have a negative impact on his/her pension. He/she must remember to request the status of a part-time worker with retention of rights. Someone who works full time and for one reason or another wishes to work less hours, should first try to obtain a time credit (in the private sector), a career break (in the public service) or a thematic leave (all sectors). In most cases, part-time work is considered fully equivalent with respect to a person's pension. These are called equivalent periods. Equivalent periods are periods of absence during which the employee does not receive a salary, but which are "equivalent" to periods of work.

However, those who are not taken into consideration for this system will never receive as much for their pension as those who work full time. The pension of a part-time volunteer worker is therefore calculated based on the number of days actually worked and on the corresponding salary.

Full-time employment is the reference, even for people who work part time. The salary cap is limited according to work intensity: the hours worked are translated into full-time days. The hours worked are thus compared with the number of hours necessary for a full-time schedule.

...and on the age of retirement

Note that part-time work does not only have an impact on the amount of a person's pension. For someone who wishes to take an early retirement, part-time work also has an impact on the age of retirement. The number of days worked is a determining factor as regards the age of retirement. A "year" only counts towards a career as of one third of a full-time schedule (i.e. 104 days full time or 4 full monthsfor civil servants). 

Impact on the supplementary pension

For someone who works part-time, the group insurance payments are reduced proportionately. If a person works a fifth less, he/she will pay four-fifths the amount of the group insurance premiums. This is also the case for plans with defined contributions as well as plans with defined benefits. Part-time workers will therefore receive less capital at the time of retirement.

bbm_gettyimages-589938479.jpg
In this article

    Vandaag hebben de (onderwijs)bonden het werk neergelegd om pensioenmaatregelen, zoals voorgesteld in de supernota van De Wever, te blokkeren. Hoewel overgangsmaatregelen natuurlijk altijd noodzakelijk zijn voor leerkrachten op een boogscheut van hun pensioen, is een volledige afwijzing van de hervormingen niet de oplossing. Het is niet meer van willen, de volgende regering moét de Belgische pensioenen onder handen nemen. In zijn meest recente cijfers voorspelt de Studiecommissie voor de Vergrijzing dat de pensioenuitgaven bij ongewijzigd beleid zullen stijgen van 11.2% van het bbp in 2023 tot 12.3% in 2029 en 13,7% in 2070 (SCvV, 2024). De extra kosten bedragen ruim 14 miljard euro, waarvan ruim 6 miljard nog voor 2030 komen. Dit maakt duidelijk dat snel ingrijpen noodzakelijk is. Stilstand leidt alleen maar tot een nog groter probleem, dat later met nog zwaardere maatregelen zal moeten worden aangepakt. 


    De huidige pensioenregeling legt een steeds zwaardere druk op de samenleving. We werken te kort om daarna te lang van een pensioen te genieten: gemiddeld 34,5 jaar werken om daarna 24 jaar van ons pensioen te genieten (Eurostat 2022). Ter vergelijking: Nederland registreert een gemiddelde loopbaanduur van 43,2 jaar, Duitsland van 39,3 jaar, en Frankrijk van 36,6 jaar. 

    De supernota biedt drie sleutels om dit aan te pakken: 

    1. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must: om de kosten te drukken, moeten we pensioenrechten sterker koppelen aan het aantal gewerkte jaren via een bonusmalus-systeem. Zo kunnen we langere loopbanen stimuleren zonder een harde verplichting op te leggen. Het is hierbij noodzakelijk om pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen gelijk te trekken. Op dit moment krijgen leerkrachten gunstigere voorwaarden (tantièmes) waardoor ze 41-42 jaar moeten werken voor een volledige loopbaan, terwijl werknemers in de privé 45 jaar moeten werken voor lagere pensioenen. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must. Het doel zou moeten zijn dat iedereen 45 jaar werkt. De voorgestelde harmonisering tussen de pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen past hierin. Dit is al lang een punt van discussie. Te lang. 

    2. Duidelijker verband tussen arbeid en pensioenopbouw: de afbouw van gelijkgestelde periodes voor brugpensioen, landingsbanen en langdurige werkloosheid is een noodzakelijke maatregel. Mensen moeten gestimuleerd worden om actief te blijven, en deze inactiviteit mag niet langer gelijkstaan aan werk. Dit is uiteraard een moeilijke keuze, maar wel de juiste. 

    3. Hervorm de berekening van de huidige pensioenen: met enkel meer en langer werken, redden we het niet. De regeringsonderhandelaars kijken terecht naar de huidige pensioenen. Hoewel er hier belangrijke stappen worden gezet, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van de perequatie, kan de reële groei van de hoogste pensioenen nog verder worden getemperd. Dit zou zorgen voor een eerlijkere verdeling van de lasten tussen jongere en oudere generaties, zonder dat de nominale pensioenen dalen.

    Een oproep tot redelijkheid

    De zorgen van de onderwijsbonden zijn begrijpelijk: niemand wil een hervorming die hun pensioenrechten plots en zonder nuance aantast. Maar hervormingen hoeven niet oneerlijk te zijn. Overgangsmaatregelen kunnen en moeten ervoor zorgen dat mensen de tijd krijgen om zich  aan te passen en aanvullende pensioenpijlers op te bouwen. Wat echter niet kan, is een complete afwijzing van elke hervorming. Zo maken we alleen maar een onmogelijk hoge rekening voor onze jongere generaties die ze op termijn niet meer gaan kunnen betalen. Politieke moed zal nodig zijn om het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Maar pensioenhervorming mag geen taboe zijn. Het is een kans om een eerlijker, duurzamer en realistisch systeem te creëren dat werkt voor iedereen. Laten we die kans grijpen! 


    Martijn Hoogeweegen, CEO van levensverzekeraar NN
    Colin Sanders, wetenschappelijk medewerker, UHasselt en longevity specialist voor NN 
    Bart Chiau, professor faculteit Economie, UGent en verzekeringsexpert van NN

    Share this article